binnenhalen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·ha·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binnenhalen
haalde binnen
binnengehaald
zwak -d volledig

Werkwoord

binnenhalen

  1. overgankelijk vis of netten binnenboord brengen
    • De netten waren nog niet helemaal binnengehaald. 
  1. overgankelijk iets binnen het huis brengen
    • Ik heb de was binnengehaald omdat het dreigt te gaan regenen. 
  1. overgankelijk Geld inzamelen of verdienen
    • We hebben die middag veel binnengehaald 
  1. overgankelijkiets of iemand verwerven voor een bedrijf
    • Hij heeft een prachtige order binnengehaald zodat het bedrijf weer voor een jaar werk heeft. 

Gangbaarheid

  • Het woord binnenhalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.