omhalen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·ha·len
Woordherkomst en -opbouw

    Werkwoord

    omhalen [1]

    stamtijd
    onbepaalde
    wijs
    verleden
    tijd
    voltooid
    deelwoord
    omhalen
    haalde om
    omgehaald
    zwak -d volledig
    1. (voetbal) de bal over het hoofd naar achteren schieten
    2. collecteren
    3. omvertrekken, naar beneden halen, afbreken

    Gangbaarheid

    • Het woord omhalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    99 %van de Nederlanders;
    98 %van de Vlamingen.

    Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.