fin

Niet te verwarren met: Fin

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  fin    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

fin m

  1. einde

Bijwoord

fin

  1. (spreektaal) helemaal
  1. «Lucy était fin prête pour la résoi quand son ex a débarqué.»
    Lucy was helemaal klaar voor het feest toen haar ex opeens op de stoep stond. [1]

Verwijzingen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /fiːn/
Woordafbreking
  • fin
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord finn, dat van het Latijnse woord finis komt
Naar frequentie 448
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud fin finere finest
o enkelvoud fint
meervoud fine
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
fine finere fineste

Bijvoeglijk naamwoord

fin

  1. (auto, frisuur, pak, ...) mooi
  1. «Det er en fin dag.»
    Het is een mooie dag.
  2. (oplossing, ordening, tapijt, weer, wijn, ...) goed, uitmuntend, uitstekend
  3. (net, mel, mist, zand, ...) fijn, klein
  4. (draad, naald, ...) dun
  5. (huid, zijde, ...) glad
  6. (gehoor, neus, nuance, ...) fijn, goed
  7. (familie, mens, ...) nobel, edel
  8. (familie, kringetje, ...) voornaam, van hoge afkomst
  9. (sølv, gull, ...) puur
Synoniemen
  • [1]: flott, nydelig, pen, vakker
  • [2]: bra, god, utmerket, utsøkt, ypperlig
  • [4]: sped, tynn
  • [5]: glatt, jevn
  • [8]: fornem
  • [9]: pur, ren
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • [3]: hårfin, findelt, finmalt
Verwante begrippen
  • [3]: småkornet
  • [4]: smal
  • [6]: snill
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: en fin vin
een goede wijn
  • [2]: fint vær
uitstekende weersomstandigheden
  • [3]: fin sand
fijn zand
  • [4]: fin nål
een dunne naald
  • [6]: ha en fin hørsel
een goed gehoor hebben
  • [7]: være av fin familie
uit een voorname familie afstammen
  • [9]: fint sølv
puur zilver


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /fiːn/
Woordafbreking
  • fin
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord finn, dat van het Latijnse woord finis komt
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud fin finare finast
o enkelvoud fint
meervoud fine
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
fine finare finaste

Bijvoeglijk naamwoord

fin

  1. (auto, frisuur, pak, ...) mooi
  2. (oplossing, ordening, tapijt, weer, wijn, ...) goed, uitmuntend, uitstekend
  3. (net, mel, mist, zand, ...) fijn, klein
  4. (draad, naald, ...) dun
  5. (huid, zijde, ...) glad
  6. (gehoor, neus, nuance, ...) fijn, goed
  7. (familie, mens, ...) nobel, edel
  8. (familie, kringetje, ...) voornaam, van hoge afkomst
  9. (sølv, gull, ...) puur
Synoniemen
  • [1]: flott, nydelig, pen, vakker
  • [2]: bra, god, framifrå, utsøkt
  • [4]: sped, tynn
  • [5]: glatt, jamn
  • [8]: fornem
  • [9]: pur, rein
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • [3]: hårfin, findelt, finmalen
Verwante begrippen
  • [3]: småkorna
  • [4]: smal
  • [6]: snill
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: fin vin
een goede wijn
  • [2]: fint ver
uitstekende weersomstandigheden
  • [3]: fin sand
fijn zand
  • [4]: fin nål
een dunne naald
  • [6]: ha en fin hørsel
een goed gehoor hebben
  • [7]: vere av fin familie
uit een voorname familie afstammen
  • [9]: fint sølv
puur zilver


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • fin
enkelvoud meervoud
fin fines

Zelfstandig naamwoord

fin m

  1. einde, besluit
  2. doel, doelstelling
Synoniemen

Verwijzingen

    Zweeds

    Uitspraak
    • Geluid:  fin    (hulp, bestand)
    Woordafbreking
    • fin
    stellend vergrotend overtreffend
    fin
    finare
    finast

    Bijvoeglijk naamwoord

    fin

    1. mooi
    2. uitstekend
    3. klein
    4. deftig
    Afgeleide begrippen
    • finkalibrig, finlemmad, finmaskig, finmotorik
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.