fijn
Nederlands
Woordafbreking
- fijn
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘niet grof, verfijnd, heerlijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fijn | fijner | fijnst |
verbogen | fijne | fijnere | fijnste |
partitief | fijns | fijners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
fijn
- van geringe dikte
- nauwkeurig en klein
- leuk.
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. van geringe dikte
3. leuk
Gangbaarheid
- Het woord fijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fijn' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.