dolní

Tsjechisch
Uitspraak
  • IPA: /dɔlɲiː/
  • Geluid:  dolní    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dol·ní
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord důl met het achtervoegsel -ní

Bijvoeglijk naamwoord

dolní

  1. laag, lager; zich laag bevindend
  1. «Většina domů v dolní části vesnice byla zaplavena vodou.»
    Het meerendeel van de huizen in het lagere deel van het dorp was overstroomd met water.
  2. laag, onder; weinig bezittingen en weinig invloed hebbend
  1. «Zdravotní stav dolních vrstev obyvatel ovlivňuje nedostatečná lékařská péče.»
    Onvoldoende gezondheidszorg beïnvloedt de gezondheidstoestand van de onderste laag van de bevolking.
Verbuiging
enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
bezield onbezield bezield onbezield
nominatief dolní dolní
genitief dolního dolní dolního dolních
datief dolnímu dolní dolnímu dolním
accusatief dolního dolní dolní
vocatief dolní dolní
locatief dolním dolní dolním dolních
instrumentalis dolním dolní dolním dolními


Vervoeging
stellend dolní
vergrotend dolejší / dolnějsí
overtreffend nejdolejší / nejdolnějí
Synoniemen
  1. spodní
  2. chudý
Antoniemen
  1. horní, vrchní
  2. horní, bohatý
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • dole (bw.)
  • údolí o
Typische woordcombinaties

Verwijzingen
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.