bezield

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beĀ·zield
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bezielen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
bezielen

bezield

  1. voltooid deelwoord van bezielen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bezieldbezielderbezieldst
verbogen bezieldebezielderebezieldste
partitief bezieldsbezielders-

Bijvoeglijk naamwoord

bezield

  1. enthousiast
  2. levend en met een eigen wil
    • Uit niets, de onbezielde materie, ontstaat opeens iets, wat leeft 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • bezieldheid

Gangbaarheid

  • Het woord bezield staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.