onbezield

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onbezield    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔmbəˌzilt/
Woordafbreking
  • on·be·zield
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onbezieldonbezielderonbezieldst
verbogen onbezieldeonbezieldereonbezieldste
partitief onbezieldsonbezielders-

Bijvoeglijk naamwoord

onbezield

  1. zonder geest, weinig levendig, met een gebrek aan gedrevenheid
    • Hij speelde een onbezielde uitvoering van het pianoconcert. 
  1. zelfstandige naamwoorden worden in sommige talen onderscheiden in bezielde en onbezielde zelfstandige naamwoorden
    • 'Man', 'vrouw' en 'paard' zijn bezielde zelfstandige naamwoorden. 'Hout' en 'tafel' zijn onbezielde zelfstandige naamwoorden. 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onbezield staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.