veranderen

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
veranderenveranderd
verandering
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·an·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
veranderen
veranderde
veranderd
zwak -d volledig

Werkwoord

veranderen

  1. overgankelijk zodanig aan iets werken of iets behandelen dat het anders wordt
    • We hebben daarna de procedure grondig veranderd. 
  1. wederkerend zich ~ - zodanig aan zichzelf werken of zichzelf behandelen dat men anders wordt
    • Zich te veranderen is een moeilijke zaak. 
  1. ergatief het proces van anders worden
    • Het weer veranderde plotseling. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord veranderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.