anders

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  anders    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑndərs/
Woordafbreking
  • an·ders
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: op andere wijze’ voor het eerst aangetroffen in 1201 [1]
  • afgeleid van ander met het achtervoegsel -s ?

Bijwoord

anders

  1. op andere wijze
    • Deze keer heb ik het anders gedaan. 
  1. op een ander moment
    • Anders is het altijd een vrolijk meisje maar nu is ze ziek en chagrijnig. 
  1. een ander persoon
    • Normaal ziet u altijd dokter Jansen, maar vandaag is er iemand anders. 
  1. iets anders
    • Meestal krijgen we maandagochtend Frans, maar vandaag krijgen we iets anders. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

anders dan

  1. behalve
    • De nieuwe president van Suriname Desi Bouterse is niet welkom in Nederland, anders dan om zijn gevangenisstraf uit te zitten. 
Vertalingen

Voegwoord

anders

  1. leidt een zin in die een andere gang van zaken aangeeft
    • Je moet je huis verven, anders gaat het hout rotten. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord anders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.