Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij

De N.V. Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij (W.S.M.) is een voormalige tramwegmaatschappij die personen en goederen door het Westland vervoerde. Het bedrijf werd opgericht op 30 juli 1881 te Amsterdam en was vanaf 14 december 1891 gevestigd te Loosduinen (sedert 1 juli 1923 gemeente Den Haag), met als directeur ir. Henri Gustave Verspijck

Station Schipluiden
Oude trambrug bij Schipluiden
Voormalig WSM-station van Naaldwijk, tijdelijk een moskee geweest
Voormalig WSM-station van 's-Gravenzande
Voormalig hoofdkantoor van de WSM in Loosduinen

Tot 1885 werden de lijnen van de WSM geëxploiteerd door de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij en daarna door de WSM zelf. Vanaf 1923 exploiteerde de WSM ook autobusdiensten en groeide uit, sinds 1941 als volledige dochteronderneming van de Nederlandse Spoorwegen, tot de enige streekvervoerder in het Westland. Op 1 oktober 1965 werd de bedrijfsnaam veranderd in NV Westlandse Streekvervoer Maatschappij met behoud van de initialen WSM. Het bedrijf is per 1 januari 1969 opgegaan in het vervoerbedrijf te Boskoop is NV Verenigd Streekvervoer Westnederland, dat bestaan heeft tot 1994.

Geschiedenis

Tramperiode

De lijnen waren uitgevoerd in normaalspoor. Het lijnennet had uiteindelijk een lengte van totaal 49,6 km. Het werd gefaseerd geopend in een 35 jaar durende periode met de volgende mijlpalen:

  • Het eerste traject tussen Den Haag Lijnbaan en Loosduinen werd op 24 juni 1882 geopend en in 1883 doorgetrokken via Poeldijk naar Naaldwijk.
  • In datzelfde jaar kwam ook de zijtak Poeldijk – Monster's-Gravenzande in gebruik
  • In 1888 kwam er een dienst van Loosduinen naar Kijkduin met alleen zomerexploitatie (alleen in 1923-24 werd ook 's winters gereden).
  • In 1905 werd de lijn van 's-Gravenzande verlengd naar Hoek van Holland. Daar was ook een kort zij-spoor richting het strand, die het NS-zandspoor de duinen in kruiste.[1] De huidige bocht in het fietspad is van die zij-lijn, terwijl de bocht richting het dorp verdwenen is.
  • In 1907 werd het tramnet verder uitgebreid van Naaldwijk via Westerlee en De Lier naar Maaslandse Dam.
  • Vijf jaar later bereikte de tramlijn via Maasland het station Maassluis.
  • Ook in 1912 kwam de verbinding van Maaslandse Dam via Schipluiden en Den Hoorn naar station Delft tot stand.
  • In 1917 kwam er te Maaslandse Dam een extra verbindingsboog, zodat rechtstreeks van en naar alle drie richtingen kon worden gereden. 2 bogen zijn nu fietspad.

De keuze voor normaalspoor bleek terecht te zijn, want de tuinbouwproducten behoefden niet te worden overgeladen en konden per spoor verder worden vervoerd vanaf de aansluitingen op het spoorwegnet in Delft en Maassluis. In Hoek van Holland werden de goederen overgeladen op de veerboot naar Engeland. Bovendien liepen de sporen van de WSM rechtstreeks vanaf de meeste veilingen in het Westland. Dit was de reden waarom de WSM veel vracht vervoerde.

Na de Eerste Wereldoorlog versnelde het leven en kreeg de WSM-stoomtram de bijnaam "Wij Sukkelen Maar". Toen in de jaren twintig de tram bij het personenvervoer de concurrentiestrijd met allerlei nieuw opgerichte busdiensten ging verliezen, besloot de WSM in 1923 een eigen busdienst op te richten. Daarna nam het personenvervoer per tram snel af. De nadruk bij de raillijnen kwam te liggen op vervoer van goederen, vooral tuinbouwproducten en kolen voor de verwarming van de kassen. Begin jaren twintig werd langdurig onderhandeld met de HTM, die het traject Den Haag-Loosduinen wilde overnemen en elektrificeren. Uiteindelijk kwam de elektrische tram er niet. In plaats daarvan werden deze stoomtramdienst en die naar Kijkduin in 1928 gestaakt. In 1932 werden de sporen naar het centrum van Den Haag opgebroken.[2]

Op 1 oktober 1932 werd het volledige personenvervoer per tram door de WSM beëindigd. Slechts één jaar gedurende de Tweede Wereldoorlog (1942-43) heeft de WSM nog passagiers per spoor vervoerd. Eind jaren veertig werd de exploitatie van de spoorlijnen van de WSM overgenomen door de Nederlandse Spoorwegen, inmiddels het moederbedrijf van de WSM. Er reden diesellocs, eerst uit de War Department-serie NS 160 en later uit de serie NS 450. In 1965 werd de goederendienst geheel door de NS overgenomen.

In december 1967 zijn op twee opeenvolgende dagen nog "nostalgische" ritten gereden met twee stoomtramlocs (18 en 30) van de Tramweg-Stichting van Delft naar Loosduinen en terug. Op 1 februari 1970 werd het laatste traject tussen Den Hoorn en Delft definitief gesloten en daarmee verdween de herinnering aan de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij uit het straatbeeld.

Busdiensten

WSM-bus 4697, Leyland-Werkspoor, bouwjaar 1958, nu museumbus

De eigen busdiensten die de WSM sinds 1923 exploiteerde bleken een succes. In 1928 gingen WSM-bussen tegen HTM-tarief het lokale vervoer verzorgen naar Loosduinen, dat in 1923 door de gemeente 's-Gravenhage was geannexeerd. Na 1 oktober 1932 verzorgden alleen nog bussen het personenvervoer. In 1941 nam de WSM de lijndiensten met vergunningen en een deel van het buspersoneel over van het Wateringse busbedrijf VIOS (Vooruitgang Is Ons Streven), dat als zelfstandig touringcarbedrijf bleef voortbestaan. Ook in 1941 werd de WSM een volledige dochteronderneming, een "eerstekringsbedrijf", van de Nederlandse Spoorwegen. Een jaar later verkocht de RET de concessie voor de lijn Delft - Overschie - Rotterdam aan de WSM. Op 1 oktober 1946 nam HTM-buslijn P het vervoer tussen Den Haag en Loosduinen over en werd op dit traject een vervoerverbod van kracht voor de interlokale WSM-bussen.

In 1947 werd Rotterdam ook vanuit 's-Gravenzande en Naaldwijk bereikt. Daarmee kreeg het vervoergebied zijn definitieve omvang in de driehoek Den Haag / Hoek van Holland / Rotterdam. De WSM was nu het enige streekvervoerbedrijf in het Westland, met niet alleen streek- en voorstadsvervoer en Delftse stadslijnen, maar ook een touringcarbedrijf van aanzienlijke omvang. Naast het al in 1939 opgerichte dochterbedrijf N.V. Pullman-Express-Amova werd in 1954 het reisbureau Lissone-Lindeman overgenomen.

In de vroege jaren zestig werden onderhandelingen gevoerd om de HTM-tramlijn Den Haag - Delft om te zetten in een WSM-buslijn. Op grond van gewijzigde inzichten door het Plan Lehner werden de plannen in 1964 afgeblazen en de tram bleef rijden. Een kleine uitbreiding was in 1965 nog de overname van de stadsbusdienst in Rijswijk van het busbedrijf Groeneveld te Strijen. De WSM reed vanaf het midden van de jaren zestig ook op enkele lijnen van de HTM. De lokale vervoersverboden binnen de agglomeratie Den Haag verdwenen toen en de busdiensten van beide bedrijven op de routes van Den Haag naar Loosduinen en Rijswijk en door de wijk Morgenstond werden op elkaar afgestemd. Voor de stedenrij Rotterdam - Schiedam - Vlaardingen, waar de RET de stadsvervoerder was, gold hetzelfde.

Op 1 januari 1969 fuseerde de WSM met een andere NS-dochter, Citosa, tot Westnederland te Boskoop. Nadat ook de Twee Provinciën was toegevoegd, fuseerde Westnederland in 1995 met Zuid-West-Nederland tot de ZWN-groep. Deze ging in 1999 op in Connexxion, dat de busdiensten in het Westland na aanbesteding op 30 augustus 2009 overdroeg aan Veolia Transport Nederland, krachtens een contract met een looptijd tot 27 augustus 2016.

Trajecten van de WSM-stoomtram

Aanvankelijk was het eindstation voor passagiers in Hof van Delft, maar dat station is naderhand verplaatst. Op dat moment was de gemeente al opgegaan in gemeente Delft. Met de aankoop van grond in Delft ondervond de WSM zo veel problemen dat de directie de gemeente per brief liet weten in alle stilte de dienstregeling te willen openen. Bij de verkoop van het gesloten traject heeft men jarenlang onderhandeld over afkoopsommen.

Overzichtskaarten

Kaarten per traject


Overblijfselen

Onroerend goed

Op een aantal plaatsen zijn nog steeds goed bewaarde WSM-gebouwen te zien.

  • Het station in Schipluiden (een rijksmonument) doet dienst als Museum Het Tramstation.
  • Het oorspronkelijke station van Naaldwijk, aan de Dijkweg, werd een klein appartementengebouw.
  • Het tweede station van Naaldwijk (rijksmonument) is enkele jaren als moskee in gebruik geweest, en is in 2017 verbouwd tot verzamelkantoor met horecavoorziening.
  • Het oude tramstation van 's-Gravenzande (gemeentelijk monument), waarin lange tijd een zaadhandel gevestigd was, is verbouwd tot woonhuis, maar heeft de oude beschildering teruggekregen.
  • Het voormalige WSM-hoofdkantoor in Loosduinen is een notariskantoor.
  • De trambrug over de Vlaardingervaart in Schipluiden (rijksmonument) is sinds 1974 in gebruik als fietsbrug.
  • Grote gedeelten van oude WSM-tracés zijn in gebruik als fietspad: de oostroute langs de Gaag, het Gaagpad voorbij Schipluiden, het Weidepad richting Maasland, het Kralingerpad richting De Lier en het Noorlandsepad tussen Hoek van Holland en 's-Gravenzande. En het fietspad tussen de Lozerlaan in Den Haag en de Rolpaal bij Honselersdijk. Kort daarna, bij bushalte Nieuweweg te Honselersdijk, ligt anno 2019 op een terrein het allerlaatste stukje rails. Ooit waren hier veilingsporen.

En een deel van het tracé tussen Naaldwijk en de N213 is ook fietspad. Het heet nu Trambaan-oost, maar word nu onderbroken door een nieuwe weg.Vandaar dat het andere deel nu Trambaan-west heet. Verderop, Naast de N223 was decennia lang nog een stuk spoordijk ongebruikt aanwezig, maar dat is inmiddels bij de wegen gevoegd.


Nabij Station Maassluis staat naast Laan 1940-1945 een lang zwart hekwerk dat uit de WSM-tijd schijnt te stammen.[3]

Museummaterieel

Een klein deel van het trammaterieel van de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij is bewaard gebleven. De Museumstoomtram Hoorn – Medemblik beschikt over:

  • DWK-motorwagen 40 uit 1923 (deels gerestaureerd, in afwachting van voltooiing);
  • Orenstein & Koppel-stoomlocomotief 23 H.J.H. Modderman uit 1918 (buiten dienst, in afwachting van restauratie).

Beide voertuigen bezitten de A-status in het Nationaal Register Mobiel Erfgoed.

Van het autobusmaterieel van de Westlandse Streekvervoer Maatschappij zijn bewaard gebleven:

Literatuur

  • R.F. de Bock: De stoomtrams in en om Den Haag en Gouda. Wyt, Rotterdam, 1972. ISBN 90-6007-642-7
  • J.C. van Hartingsveldt: De Westlandsche Stoomtram. Wyt, Rotterdam, 1981. ISBN 90-6007-812-8
  • Hans van Lith: Rook waait over het Westland - De Westlandse Stoomtram, het Delflandspoor en de Westlanders, 1881-1970. Kimabo, Zaltbommel, 2012, 456 p. ISBN 978-94-90920-06-7
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.