Loosduinen

Loosduinen is een stadsdeel van Den Haag en een voormalig Westlands tuindersdorp dat in 1923 in de stad Den Haag is opgegaan. Het dorp ontstond tijdens de hoge middeleeuwen. Op de plek van de oude kern is vanaf begin jaren 1970 een winkelcentrum voor het hele stadsdeel gebouwd. Loosduinen heeft een oppervlakte van 13 km², ruim 22.500 huizen en 45.865 inwoners (2015).[1]

Loosduinen
Stadsdeel van Den Haag
Kerngegevens
Provincie Zuid-Holland
Gemeente Den Haag
Coördinaten52°3'11,2"NB, 4°14'4,9"OL
Oppervlakte13 km²  
Inwoners45.865 (2015)[1]
(3528 inw./km²)
Molen en molenaarswoning met op de achtergrond de Abdijkerk.
Het dorp Loosduinen en het convent in vogelvlucht, situatie tweede helft 16e eeuw
Kaart van Loosduinen (1869)

Het stadsdeel Loosduinen bestaat uit de wijken:

Naam

De naam Loosduinen komt van de benaming 'loze duinen'. Het oorspronkelijke dorpje lag in een duingebied dat door natuurlijke landaanwas landinwaarts kwam te liggen. Deze duinen speelden zodoende geen rol meer als zeewering en waren dus 'loos'.

De bijnaam van de vroegere bewoners was "Peenbuiker", mogelijk omdat er in dit tuinbouwgebied veel penen werd verbouwd. Het verhaal gaat dat, doordat er zoveel peen werd verbouwd, de tuinders hun penen in de slootjes schoonmaakten om mooiere penen te hebben dan de concurrentie en dus meer te kunnen verkopen. Om de penen te kunnen wassen lagen de tuinders op hun buik naast de slootjes waardoor hun buik vaak onder de modder zat. vandaar de naam peenbuiker.

Geschiedenis

De naam duikt voor het eerst op in 1186 als de latere graaf Dirk VII trouwt met Aleid van Kleef in de 'villa' Losdun. Evenals Den Haag is het oude dorp Loosduinen ontstaan op een strandwal, waar tegen het einde van de twaalfde eeuw een 'villa' (boerderij) werd gesticht door graaf Floris III. In die jaren is er sprake van 'Losdun'. Floris IV, dezelfde die een aanvang maakte met de bouw van het Binnenhof, stichtte omstreeks 1230 in Loosduinen een Cisterciënzer nonnenklooster, waarvan de huidige abdijkerk, Willem-III-straat 40, een overblijfsel is. In 1249 laat zijn zoon graaf Willem II van Holland in Eik en Duinen een kapel bouwen ter nagedachtenis aan zijn overleden vader. Na 1276 krijgt het dorp enige status als bedevaartsoord vanwege het 'wonder van Loosduinen': in dat jaar zou gravin Margaretha van Henneberg 364 kinderen gebaard hebben.

Bestuurlijke indeling

Het gebied van Loosduinen vormde in de geschiedenis nauwelijks een eenheid, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen de dorpskern Loosduinen en het totale gebied van Loosduinen. De helft van het gebied maakte bestuurlijk deel uit van Haag-Ambacht. De andere helft vormde een hoge heerlijkheid met als naam Half-Loosduinen, maar dat gebied werd op haar beurt weer onderverdeeld tussen Monster, dat het bestuur voerde, Poeldijk en Terheijde. De prinsen van Oranje waren er de ambachtsheer van. Eind achttiende eeuw kwam aan deze situatie een einde, na de Bataafse Revolutie, welke vele bestuurlijke hervormingen bracht, waaronder de afschaffing van alle heerlijkheden. Nadat in 1810 het gebied van de voormalige Nederlanden door keizer Napoleon bij Frankrijk werd gevoegd, werd in 1811 per keizerlijk decreet besloten dat Loosduinen met Eikenduinen en Poeldijk, inbegrepen Kwintsheul, een zelfstandige gemeente Loosduinen zouden vormen. Prefect Goswin de Stassart benoemde kort daarop Franc van der Goes als eerste maire (burgemeester).[2]

De zelfstandigheid van de gemeente Loosduinen duurde tot 1923, waarna het voor een groot deel bij de gemeente Den Haag werd gevoegd, onder de voorwaarde dat er een rioleringsstelsel werd aangelegd. Poeldijk kwam er weer los van te staan, maar Eikenduinen maakte voortaan weer deel uit van Den Haag, dat al snel begon met de bouw van vele nieuwe woningen voor zijn groeiende bevolking. Het tegenwoordige stadsdeel Loosduinen is veel kleiner dan het oorspronkelijke gebied van Loosduinen en bestaat hoofdzakelijk uit woonwijken die in de laatste drie decennia op voormalige tuinderijen zijn gebouwd. Daarnaast is er een groot psychiatrisch ziekenhuiscomplex met een parkachtige aanleg, Bloemendaal, bestaande uit villa's en paviljoens (Huis Oud-Rozenburg) gebouwd rondom een achttiende-eeuws landhuis. Aan de zeekant van het stadsdeel ligt de badplaats Kijkduin in een aantrekkelijk duinlandschap.

Tram naar Loosduinen

Vanaf 1882 had Loosduinen een tramverbinding met Den Haag (Westeinde). De Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij exploiteerde een stoomtram, die in 1883 werd verlengd naar Poeldijk en uiteindelijk vanaf 1912 een verbinding vormde naar Delft. Over deze tramlijn werden voornamelijk goederen vervoerd, totdat de lijn naar Delft per 1 januari 1968 werd gesloten. De lijn naar Den Haag werd al in 1928 opgeheven en door een busdienst vervangen. Van 1888 tot 1928 was er ook een alleen in de zomer rijdende stoomtram naar Kijkduin. Ongeveer evenwijdig aan de vroegere stoomtramlijn rijdt sinds 1983 de Haagse tramlijn 2 tussen Den Haag en Loosduinen.

Bouwwerken

Cultuur

Loosduinen heeft een eigen dialect (het Loosduins) dat veel op Haags lijkt.[3]

Geboren

Zie ook

Zie de categorie Loosduinen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.