Sabena

Sabena NV (Société Anonyme Belge d'Exploitation de la Navigation Aérienne) was van 1923 tot november 2001 de nationale luchtvaartmaatschappij van België. Sabena had haar hoofdkantoor in het Sabena house op Brussels Airport. Het gebouw is ondertussen hernoemd naar b.house en is het hoofdkwartier van Brussels Airlines.

Sabena
IATA

SN

ICAO

SAB

Roepletters

SABENA

Een Boeing 747-100 van Sabena
Opgericht23 mei 1923
Eerste vlucht23 mei 1923
Opgeheven7 november 2001
HubsBrussels Airport
Frequentflyer-programmaQualiflyer
Hoofdkantoor Zaventem, België
SleutelfigurenChristophe Müller (CEO)

Jean Louis Herremans (CFO)

WebsiteSabena.com
Portaal    Luchtvaart

Geschiedenis

Begin van de Belgische luchtvaart, 1919 tot 1923

Op 31 maart 1919 richtte Georges Nélis met de steun van koning Albert I de SNETA (Syndicat National d'Étude des Transports Aériens) op. De SNETA diende om de mogelijkheden te onderzoeken om de commerciële luchtvaart in België op te starten.

Het vooroorlogse Sabena, 1919 tot 1939

Op 23 mei 1923 werd Sabena door de Belgische Staat opgericht om de SNETA ( Syndicat National pour l'Étude des Transports Aeriens) die in 1919 werd opgericht, over te nemen. SNETA was een organisatie die de commerciële luchtvaart onderzocht in België. Sabena nam de vloot van SNETA over, die bestond uit vier de Havilland DH-9, drie Rumpler C.IV, een de Havilland DH-4, vier Blériot-SPAD S.33, een Ansaldo A.300C en een Farman F.60 Goliath.

De eerste vlucht van Sabena werd al op 23 mei 1923 uitgevoerd, het ging om een vrachtvlucht tussen Brussel en het Britse Lympne met een tussenlanding in Oostende, uitgevoerd met een De Havilland DH-9.

De eerste betalende vlucht uitgevoerd door Sabena was van Rotterdam naar Straatsburg via Brussel op 1 april 1924.[1] Frequente vluchten naar Amsterdam en Bazel via Straatsburg werden uitgevoerd vanaf 1923 met verdere routes naar Londen, Bremen en Kopenhagen in 1924.

Sabena na de Tweede Wereldoorlog

Een Douglas DC-3 van Sabena op Manchester Airport in 1949
Sabena Douglas DC-6 op Heathrow in 1960

In 1946, na de Tweede Wereldoorlog, bestond de vloot van Sabena uit Douglas DC-3-toestellen. Sabena hervatte zijn vluchten onder de naam Sabena- Belgian World Airlines. Op 4 juni 1947 begon Sabena haar eerste trans-Atlantische route tussen Brussel en New York, waarop de Douglas DC-4 werd ingezet. De vluchten waren eerder een jaar als test uitgeprobeerd, waarbij een toestel verongelukte, het vliegtuigongeluk bij Gander Airport op 18 september 1946. Deze vliegtuigen werden al snel door de DC-6B vervangen. Deze twee types hernamen in hetzelfde jaar ook de historische routes naar Belgisch-Congo.

De Convair 240 werd in 1949 geïntroduceerd op de Europese lijndiensten, ter vervanging van de oudere DC-3s die alle Europese diensten verzorgden. In 1949 nam Sabena de in 1946 opgerichte concurrent Sobelair (Société Belge des Transports Aériens) over. Onder de vleugels van Sabena ontwikkelde Sobelair zich tot een chartermaatschappij. In 1956 begon de Convair 440 Metropolitan de Convair 240 te vervangen, en werden tot in de jaren zestig gebruikt op Europese regionale routes. In 1957 werd de Douglas DC-7C Seven Seas voor het eerst gebruikt op langeafstandsvluchten. Maar dit vliegtuig werd al na drie jaar achterhaald door de komst van de eerste straalvliegtuigen.

De komst van de eerste straalvliegtuigen

De maatschappij ontwikkelde zichzelf tot een trendsetter in de luchtvaart. Door haar vernieuwend beleid schafte Sabena zich steeds het modernste materiaal aan, tegen elke prijs. Daarmee trok ze ook de aandacht van de vliegtuigconstructeurs. Zo nam Sabena als eerste Europese maatschappij de Douglas DC-6 in dienst, en later in de gouden jaren 60, was ze opnieuw trendsetter op Europees vlak met bestelling van in totaal twintig Boeing 707-320 vliegtuigen in januari 1956, die in 1960 in dienst zouden verschijnen op de vluchten naar New York. Sud-Est SE-210 Caravelle VI-jets werden in gebruik genomen op middellange-afstandsvluchten in Europa vanaf februari 1961, samen met de Convair 440s, tot de vroege jaren zeventig.

De situatie escaleert in Congo

In die periode braken er ook verschillende opstanden uit in de Democratische Republiek van Congo-Kinshasa, het vroegere Belgisch-Congo dat in 1960 onafhankelijk werd. Duizenden Belgen sloegen op de vlucht of werden gedwongen het land te verlaten door rellen gericht tegen de Belgische kolonialen. Het was de taak van Sabena alle Belgische vluchtelingen te evacueren naar België. De onafhankelijkheid van Congo betekende ook het einde van het uitgebreide netwerk van routes en vliegvelden van Sabena in de oude kolonie.

Jaren zeventig

Sabena kocht twee eerstegeneratie Jumbojets, De Boeing 747-100, en zette deze in 1971 in voor de trans-Atlantische prestigevluchten, naar New York en Chicago, samen met de Boeing 707-320C. In 1973 werden de oudere Boeings 727 vervangen door de Boeing 737-200 op het Europese netwerk. De Douglas DC-10-30 werd in 1974 in gebruik genomen, in totaal zou Sabena vijf van deze toestellen aankopen.

Sabena heeft vanaf 1955 sinds de opening van de spoorlijn 36C naar de luchthaven, in samenwerking met de NMBS een eigen treindienst gehad. Eerst met dieseltreinstellen en vanaf 1971 met elektrische treinstellen na de elektrificatie van de luchthavenlijn. De zes treinstellen waren specifiek gebouwd voor de verbinding, hadden brede stoelen, veel bagageruimte en reden met de Sabena-kleuren. NMBS-vervoersbewijzen waren niet geldig op deze treinen. In het station Brussel-Centraal had Sabena zijn eigen kopspoor en terminal met eigen ingang langs het Sabena-kantoor, de Sabena Air Terminus. In de jaren negentig is de treindienst overgenomen door de NMBS.

Sabena in de problemen, jaren tachtig - 2001

Een Airbus A319 van Sabena in 2000
Een Boeing 747-100 van Sabena

Aan het eind van de jaren tachtig kwam Sabena in financiële moeilijkheden. Steeds vaker kwam men tot het besef dat de maatschappij een te kleine thuisbasis had. Een partner zou een noodzakelijke voorwaarde zijn voor het voortbestaan van Sabena. In deze context gingen Scandinavian Airlines en Sabena fusiegesprekken aan. Het resultaat was veelbelovend. Brussel zou samen met Kopenhagen een belangrijke pijler vormen voor de nieuwe luchtvaartgroep. Waar Sabena een stevige Afrika-expertise had, had SAS een comparatief voordeel in trans-Atlantische vluchten. Door het gebrek aan interessante landingsrechten in de VS had Sabena haar netwerk goedkoop kunnen uitbreiden met een dergelijke fusie. Helaas voor Sabena blokkeerde de belangrijkste aandeelhouder, de Belgische staat, de deal.

Na deze mislukking trachtte men nog met Air France en KLM te fuseren. Ook deze pogingen draaiden op niets uit. Sabena kwam echter in het vizier van de Zwitserse carrier Swissair. In mei 1995 werd 49,5% van de aandelen verkocht aan Swissair om het bedrijf er weer financieel boven op te helpen. Na een korte opleving verslechterde de situatie weer. Na de aanslagen van 11 september 2001 stortte de luchtvaartbranche in en als gevolg hiervan werd op 7 november 2001 Sabena failliet verklaard. Sabena is tot op heden het grootste faillissement dat de Belgische geschiedenis ooit gekend heeft. De vlucht SN 690 uit Cotonou en Abidjan met een Airbus A340-300 (OO-SCZ) was de laatste vlucht die Sabena uitvoerde.

Na Sabena

De winstgevende Sabenadochter DAT werd overgenomen door de SN Air Holding en werd omgedoopt in SN Brussels Airlines. Deze maatschappij behield het S-vormige logo van Sabena. In 2005 werd SN Air Holding ook de eigenaar van Virgin Express waarna de twee luchtvaartmaatschappijen in 2006 fuseerden tot het huidige Brussels Airlines. Met de komst van Brussels Airlines verdween het S-vormige logo.

Op 19 januari 2004 is Sabenadochter en chartermaatschappij Sobelair failliet verklaard. Haar vluchten voor Jetair werden overgenomen door TUI Airlines Belgium.

Op dit moment is een onderzoek bezig naar de oorzaak van het faillissement van Sabena. Swissair wordt verweten dat het Sabena heeft 'leeggezogen'. Zo dwong het Sabena, terwijl het er financieel heel slecht voorstond, een compleet nieuwe vloot Airbustoestellen aan te schaffen. Christian Van Buggenhout, de curator van Sabena, eist 1,9 miljard euro terug van de nog bestaande Swissair-bedrijven. Daarnaast nam Swissair Sabena ook een belangrijk comparatief voordeel af. Sabena was reeds lange tijd een trouwe Boeing klant. De technische dienst van Sabena had in de loop der tijd een stevige expertise opgebouwd bij het onderhoud van Boeing-vliegtuigen. Andere, vooral kleine, maatschappijen lieten zo hun vloot onderhouden bij Sabena technics, wat een lucratieve zaak voor Sabena was. Doordat Swissair echter een uniforme Airbus vloot wenste, werd ook Sabena naar Airbus getrokken. Dit zorgde echter voor een dure omscholing van de piloten en technisch personeel. Bovendien zou het onderhoud van de Sabena-airbussen vooral in Zwitersland gebeuren.

Het pilotenopleidingscentrum van Sabena, Sabena Flight Academy is in 2004 weer opgestart. In 2009 werd SFA opgekocht door CAE Inc. Het opleidingscentrum werd onderdeel van de CAE Global Academy. De naam Sabena Flight Acacemy werd echter wel behouden. In 2012 heeft CAE Oxford Aviation Academy overgenomen. De naam Sabena Flight Academy verdween en het opleidingscentrum heet nu CAE Oxford Aviation Academy Brussels.

De technische en onderhoudsafdeling van Sabena werd in 2005 overgenomen door het Franse TAT Industries. In 2006 wordt Sabena Technics de internationale merknaam van de onderhoudswerkzaamheden van de TAT group. In 2014 gaat Sabena Technics via een management buy-out zelfstandig verder en verandert het zijn naam in Sabena Aerospace. In 2019 koopt Sabena Aerospace samen met FPIM het eveneens Belgische SABCA over van Dassault.

Vloot (in 2001)

TypeAantal
Airbus A319-10015
Airbus A320-2006
Airbus A321-2003
Airbus A330-2006
Airbus A330-3004
Airbus A340-2002
Airbus A340-3003
Boeing 737-3006
Boeing 737-5005
McDonnell Douglas MD-112
Totaal52

Bestemmingen

Afrika

Abidjan, Algiers, Banjul, Bamako, Brazzaville, Bujumbura, Caïro, Casablanca, Conakry, Cotonou, Dakar, Dar es Salaam, Douala, Entebbe, Freetown, Johannesburg, Kano, Kigali, Kilimanjaro, Kinshasa, Lagos, Libreville, Lomé, Luanda, Lusaka, Monrovia, Nairobi, Niamey, Nouakchott, Ouagadougou, Sal, Tripoli, Tunis, Yaoundé

Azië

Ankara, Bangkok, Beiroet, Madras, Jakarta, Djedda, Kuala Lumpur, Manilla, Bombay, Singapore, Teheran, Tel Aviv, Tokio-Narita

Europa

Ajaccio, Amsterdam, Athene, Barcelona, Bazel, Belfast, Berlijn-Tempelhof, Bilbao, Birmingham, Bordeaux, Bologna, Bremen, Bristol, Boekarest, Boedapest, Catania, Dublin, Düsseldorf, Edinburgh, Faro, Florence, Frankfurt, Genève, Glasgow, Hamburg, Hannover, Helsinki, Istanboel, Kopenhagen, Leeds-Bradford, Lissabon, Ljubljana, Luxemburg, Londen-City, Londen-Gatwick, Londen-Heathrow, Madrid, Manchester, Málaga, Milaan-Linate, Milaan-Malpensa, Moskou, München, Nantes, Napels, Newcastle, Nice, Nürnberg, Oslo-Gardermoen, Parijs-Charles de Gaulle, Parijs-Orly, Palma de Mallorca, Porto, Praag, Rome, Sint-Petersburg, Sevilla, Sheffield, Sofia, Stockholm-Arlanda, Straatsburg, Stuttgart, Turijn, Valencia, Venetië-Marco Polo, Verona, Warschau, Wenen, Zurich

Noord-Amerika

Anchorage, Atlanta, Boston, Chicago-O'Hare, Cincinnati/Northern Kentucky, Dallas-Fort Worth, Detroit Metropolitan, Toronto-Pearson, Mexico City, Montréal-Trudeau, Montréal-Mirabel, New York-JFK, Newark, Washington-Dulles

Latijns-Amerika

Buenos Aires, Montevideo, São Paulo, Santiago de Chile, Guatemala-City, Nassau

Zie de categorie Sabena van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.