Richard Nixon

Richard Milhous (Dick) Nixon (Yorba Linda, 9 januari 1913New York, 22 april 1994) was een Amerikaans politicus van de Republikeinse Partij. Hij was de 37e president van de Verenigde Staten van 1969 tot 1974.

Richard Nixon
Richard Milhous Nixon
Geboren9 januari 1913
Yorba Linda
Overleden22 april 1994
New York
Politieke partijRepublikeinse Partij
PartnerPat Nixon (1940–1993) †
BeroepPoliticus
Advocaat
ReligieQuaker
Handtekening
Websitenixonlibrary.gov
37e president van de Verenigde Staten
Aangetreden20 januari 1969
Einde termijn9 augustus 1974
Vicepresident(en)Spiro Agnew (1969–1973)
Gerald Ford (1973–1974)
VoorgangerLyndon B. Johnson
OpvolgerGerald Ford
36e vicepresident van de Verenigde Staten
Aangetreden20 januari 1953
Einde termijn20 januari 1961
PresidentDwight D. Eisenhower
VoorgangerAlben Barkley
OpvolgerLyndon B. Johnson
Senator voor Californië
Aangetreden1 december 1950
Einde termijn1 januari 1953
VoorgangerSheridan Downey
OpvolgerThomas Kuchel
Lid van het Huis van Afgevaardigden
voor het 12e congresdistrict van Californië
Aangetreden3 januari 1947
Einde termijn1 december 1950
VoorgangerJerry Voorhis
OpvolgerPatrick Hillings
Portaal    Politiek
Koning Boudewijn en koningin Fabiola worden door president Nixon ontvangen in het Witte Huis. Washington DC, 20 mei 1969.

Daarvoor diende Nixon als Afgevaardigde voor Californië (12e District) van 1947 tot 1950 toen hij werd gekozen als senator voor Californië. In 1952 werd hij door Dwight D. Eisenhower gekozen als zijn running mate voor de presidentsverkiezingen van 1952 die zij ook wonnen. Nixon nam afscheid van de Senaat om de 36e vicepresident van de Verenigde Staten te worden. Na twee termijnen als Eisenhowers vicepresident, stelde Nixon zich kandidaat voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1960. Hij won de nominatie voor de Republikeinse Partij maar verloor de verkiezingen van senator voor Massachusetts John F. Kennedy. Na een mislukte poging in 1962 om gouverneur van Californië te worden, trok Nixon zich terug uit de politiek en nam zijn oude beroep van advocaat weer op.

Nixon maakte echter een succesvolle comeback in de politiek door de nominatie van de Republikeinse Partij voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1968 te winnen. Samen met running mate Spiro Agnew versloeg hij de kandidaat van de Democratische Partij, vicepresident Hubert Humphrey. Nixon won ook de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1972, waarin hij de kandidaat van de Democratische Partij, George McGovern, in een van de grootste politieke overwinningen in de Amerikaanse presidentsverkiezingen ooit versloeg.

Nixons presidentschap werd gekenmerkt door de Vietnamoorlog en het groeiende verzet daartegen in de Verenigde Staten, het voeren van een ontspanningspolitiek met de Sovjet-Unie en het aangaan van relaties met de Volksrepubliek China. Ook werden tijdens zijn presidentschap het Environmental Protection Agency en de Drug Enforcement Administration opgericht en voerde Apollo 11 de eerste maanlanding uit.

Nixon trad op 9 augustus 1974 af toen zijn positie door het Watergateschandaal onhoudbaar was geworden. Hij was daarmee de eerste president van de Verenigde Staten die vrijwillig aftrad. Hij werd opgevolgd door zijn tweede vicepresident, Gerald Ford.

Biografie

Jeugd en vroege carrière

Nixon werd geboren in een arm gezin in Yorba Linda in Californië. Zijn vader had een kruidenierswinkel en een benzinestation. Hij groeide op met de regels en gebruiken van de conservatieve, christelijke Quakergemeenschap. Tijdens zijn politieke carrière refereerde hij vaak aan zijn eenvoudige afkomst.

Nixon was een getalenteerde jongen, maar zijn familie kon het zich financieel niet veroorloven om hem aan een dure universiteit te laten studeren. In plaats daarvan volgde hij lessen aan een lokale Quakerschool, Whittier College, waar hij in 1934 zijn diploma haalde. Daarna werd hem een studiebeurs aangeboden voor een rechtenopleiding aan Harvard University, die hij moest weigeren omdat hij thuis niet gemist kon worden. Later ging hij, met een beurs, naar de pas opgerichte (en heden prestigieuze) rechtenopleiding van Duke University.

In 1946 veroverde hij een plaats in het Amerikaanse Congres. Zijn campagnes in dit stadium van zijn carrière kenmerkten zich door een anticommunistische toon en agressieve stijl.

In 1950 werd Nixon verkozen tot senator, waarmee hij actrice en congreslid Helen Gahagan versloeg, die hij tijdens de campagne had beschuldigd van communistische sympathieën.

Nixon werd in 1952 de 36e vicepresident, onder Dwight D. Eisenhower. Noemenswaardig aan zijn vicepresidentschap is dat hij driemaal daadwerkelijk het land bestuurde; in alle gevallen was Eisenhower ziek. Verder gaf hij als voorzitter van de senaat (een van de taken van de vicepresident) openlijk steun aan senator Joseph McCarthy en zijn jacht op (vermeende) communisten.

De eerste keer dat Nixon voor het presidentschap streed was in 1960, tegen John F. Kennedy, een goede vriend en de eerste die hem in 1952 feliciteerde met zijn vicepresidentschap. Hij verloor deze strijd nipt. Daarbij speelde onder andere het eerste Amerikaanse televisiedebat tussen presidentskandidaten een rol. Nixon weigerde hierbij televisiemake-up (ondanks zijn stoppelbaard) en voelde zich slecht omdat hij herstellende was van een zware knieoperatie. Hij verwachtte kiezers te winnen met zijn kennis en ervaring op het gebied van buitenlandse zaken, maar zijn uiterlijk (ziekelijk, bleek en zwetend) contrasteerde te zeer met dat van de zongebruinde, charismatische Kennedy. Uit later onderzoek bleek dat mensen die het debat op de radio hadden gevolgd grotendeels Nixon als winnaar aanwezen, terwijl de televisiekijkers een duidelijke voorkeur voor Kennedy hadden.

In 1962 verloor hij de race om het gouverneurschap van Californië en verklaarde in de daarop volgende toespraak dat het zijn laatste persconferentie zou zijn: "You won't have Nixon to kick around anymore".

Presidentschap

Nixon ontmoet Elvis Presley in het Oval Office van het Witte Huis. Washington DC, 21 december 1970.

Na deze dip in Nixons carrière deed hij in 1968, na een periode als advocaat in New York, opnieuw een gooi naar het presidentschap, waarbij hij toenmalig vicepresident Hubert Humphrey versloeg.

De belangrijkste zaken uit zijn ambtstermijn zijn:

Nixon heropende de vredesonderhandelingen met Noord-Vietnam, die uiterst stroef verliepen. Zijn minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger, heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Gelijktijdig met de vredesonderhandelingen werden de banden met China en de Sovjet-Unie aangehaald. Deze politiek wordt ook wel driehoeksdiplomatie genoemd. In 1973 leidde dit mede tot de Parijse Akkoorden, hetgeen de VS de mogelijkheid gaf haar inmenging in de Vietnamoorlog te stoppen.

Nixons buitenlandse politiek werd gekenmerkt door een geest van toenadering. Door het aanhalen van de betrekkingen met China kwam het einde van de Koude Oorlog in zicht en kon de Vietnamoorlog langzaam worden beëindigd, met behulp van de zogenaamde Nixon-doctrine, die stelde dat Amerika's Aziatische bondgenoten weer verantwoordelijk werden voor hun eigen militaire verdediging, waartoe enkele trouwe bondgenoten (zoals Iran) militair zeer werden versterkt. In 1973 stopte Israël de invasie van Egypte en Syrië met behulp van Nixon in de vorm van wapens en voertuigen. In hetzelfde jaar hielp hij middels de CIA Augusto Pinochet bij zijn gelukte staatsgreep in Chili , die de socialist Salvador Allende afzette.

In zijn binnenlandse politiek concentreerde Nixon zich meer op strenge wetgeving en minder op sociale programma's voor rassenintegratie en tegen armoede dan zijn voorgangers. Zijn binnenlands beleid was van rechtse signatuur en gesteld is wel dat zijn verkiezingsoverwinning het gevolg was van het ressentiment dat zou zijn gewekt onder een groot deel van de blanke Amerikaanse bevolking in de zuidelijke staten in de roerige jaren 60, als gevolg van de door de federale overheid opgelegde opheffing van de rassenscheiding.

Watergate

Als gevolg van het Watergateschandaal trad Nixon op 9 augustus 1974 af om impeachment te voorkomen. Zijn opvolger Gerald Ford verleende hem bij voorbaat gratie, een omstreden besluit.

Na het presidentschap

Nixon wist zijn reputatie enigszins te herstellen en ontwikkelde zich (alsnog) tot gerespecteerd staatsman. Hij maakte enkele onofficiële reizen naar onder andere China en de Sovjet-Unie.

In 1977 maakte de Britse televisiemaker David Frost een serie interviews met Nixon, waarin verschillende periodes van zijn presidentschap aan bod kwamen. Nixon maakte (met zoveel woorden) excuses aan het Amerikaanse volk voor de Watergate-affaire.

Nixon stierf in april 1994 op 81-jarige leeftijd in New York aan een beroerte. Hij werd begraven op het terrein van zijn presidentiële bibliotheek, de Richard Nixon Presidential Library and Museum in Yorba Linda. Ook zijn vrouw Pat Nixon, die tien maanden eerder was gestorven, ligt hier begraven.

Trivia

  • Nixon's bijnaam luidde "Tricky Dick" (Listige Dick). Onder deze titel bracht CNN in 2019 een vierdelige t.v.-documentaire zonder commentaar uit.
  • Nixon was een verdienstelijk pianist. In 1963 speelde hij een eigen compositie in het televisieprogramma The Jack Paar Program.
  • De Manic Street Preachers hebben een single gemaakt over hem, The Love of Richard Nixon.

Zie ook

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Richard Nixon op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.