Klasse van de hoogveenbulten en natte heiden
De klasse van de hoogveenbulten en natte heiden (Oxycocco-Sphagnetea) is een klasse van plantengemeenschappen die enkel voorkomen in hoogveengebieden en in natte heiden. De voornaamste vertegenwoordiger in Nederland en België is de associatie van gewone dophei.
Klasse van de hoogveenbulten en natte heiden |
---|
Associatie van gewone dophei |
Syntaxonomische indeling |
|
Klasse |
Oxycocco-Sphagnetea Braun-Blanq. & Tüxen ex. Westhoff, Dijk & Passchier, 1946 |
Naamgeving en etymologie
Synoniemen:
Nederlands: Klasse der hoogveenbulten en natte heiden, Klasse van de natte heide
Duits: Hochmoorbultengesellschaften
De naam Oxycocco-Sphagnetea is afgeleid van de wetenschappelijke namen van twee algemene kensoorten binnen deze klasse, de kleine veenbes (Vaccinium oxycoccos, syn. Oxycoccus palustris) en het veenmos (Sphagnum spp.).
Kenmerken
Algemeen
De klasse van de hoogveenbulten en natte heiden omvat plantengemeenschappen met heideachtige dwergstruiken, grassen en grasachtige planten, mossen en levermossen op natte, zure zand-, zandleem- of leemgrond.
Ze komen voor op plaatsen waar het in verhouding zure neerslagwater zich verzamelt en de invloed van basisch grondwater minimaal is. De pH van de bodem is laag. In deze omstandigheden wordt dood plantenmateriaal niet verteerd, met als gevolg een voedselarme bodem.
Structuur
Deze klasse wordt gekenmerkt door de volledige afwezigheid van een boomlaag. De struiklaag is vertegenwoordigd door dwergstruiken als de gewone dophei en de lavendelhei.
De kruidlaag is soortenarm maar zeer specifiek, met onder andere eenarig wollegras (Eriophorum vaginatum) en ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia).
Er is een sterk ontwikkelde moslaag met talrijke soorten voornamelijk veenmossen, maar ook andere bladmossen en levermossen.
Onderverdeling
De klasse van de hoogveenbulten en natte heiden heeft als vertegenwoordigers in België en Nederland:
- Orde: Dophei-orde (Ericetalia tetralicis)
- Verbond: Dophei-verbond (Ericion tetralicis)
- Associatie: Associatie van moeraswolfsklauw en snavelbies (Lycopodio-Rhynchosporetum)
- Associatie: Associatie van gewone dophei (Ericetum tetralicis)
- Sub-associatie: Ericetum tetralicis typicum
- Sub-associatie: Ericetum tetralicis cladonietosum
- Sub-associatie: Ericetum tetralicis sphagnetosum
- Sub-associatie: Ericetum tetralicis orchietosum
- Associatie: Associatie van kraaihei en gewone dophei (Empetro-ericetum)
- Verbond: Dophei-verbond (Ericion tetralicis)
- Orde: Hoogveenmos-orde (Sphagnetalia magellanici)
- Verbond: Hoogveenmos-verbond (Oxycocco-Ericion)
- Associatie: Associatie van gewone dophei en veenmos (Erico-Sphagnetum magellanici)
- Associatie: Moerasheide-associatie (Sphagno palustris-Ericetum)
- Verbond: Hoogveenmos-verbond (Oxycocco-Ericion)
Romp- en derivaatgemeenschappen
De klasse telt verscheidene rompgemeenschappen, vegetatietypes die enkel kensoorten en differentiërende soorten bezit van een hoger syntaxonomisch niveau dan de associatie, samen met nog begeleidende soorten.
Rompgemeenschap van wilde gagel
De rompgemeenschap van wilde gagel (Myrica gale-[Oxycocco-Sphagnetea]) komt voor aan de rand van voedselarme veenmoerassen, zure vennen en depressies in natte heide, maar ook in duinvalleien in het Waddengebied. Het zijn standplaatsen waar zowel regen- of beekwater als grondwater een rol spelen.
De struiklaag van deze rompgemeenschap wordt gedomineerd door wilde gagel (Myrica gale).
Deze rompgemeenschap kan ook beschouwd worden als een rompgemeenschap van het verbond van de wilgenbroekstruwelen (Myricetum gale [Salicion cinereae]).
De syntaxoncode voor Nederland is 40RG01, BWK-karteringseenheden voor Vlaanderen is het gagelstruweel (sm).
Soortensamenstelling
Deze klasse heeft voor België en Nederland als belangrijkste (ken)soorten:
Boomlaag
Geen soorten
Struiklaag
Kensoort | Diff.soort | Abundantie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kK | D | Gewone dophei | Erica tetralix | ||
A/F | Struikhei | Calluna vulgaris |
Kruidlaag
Kensoort | Diff.soort | Abundantie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kK | A/F | Ronde zonnedauw | Drosera rotundifolia | ook in de Klasse van de kleine zeggen | |
D/A | Pijpenstrootje | Molinia caerula | |||
A/F | Veenpluis | Eriophorum angustifolium |
Moslaag
Kensoort | Diff.soort | Abundantie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
kK | O | Roodviltmos | Aulacomnium palustre | ||
kK | O | Glanzend maanmos | Cephalozia connivens | ||
kK | Z | Gewoon spinragmos | Kurzia pauciflora | ||
kK | Z | Aarmaanmos | Cephalozia macrostachya | ||
kK | Z | Fijn draadmos | Cephaloziella elachista |
Verspreiding en voorkomen
De verspreiding van de klasse van de hoogveenbulten en natte heiden is beperkt tot de Atlantische provincie: de kuststook van West-Europa, Groot-Brittannië en Ierland. Het is een typische vegetatie die zich thuis voelt in streken met een maritiem klimaat, met hoge luchtvochtigheid, niet te warme zomers en geen strenge winters.
Bedreiging en bescherming
Vegetaties van de klasse van de hoogveenbulten en natte heiden kunnen enkel gedijen op natte, voedselarme bodems, in langdurig ongestoorde omstandigheden. De bedreigingen zijn talloos: verdroging, overbemesting, versnippering, ... Het is dus niet verwonderlijk dat deze vegetaties tot de meest bedreigde in België en Nederland behoren, temeer omdat het ontwikkelen van nieuwe hoogveenvegetaties zeer veel tijd neemt en dus eigenlijk enkel aan herstel kan gedacht worden.
De belangrijkste bedreigingen zijn:
- brand heeft als gevolg dat de levende veenmoslaag verdwijnt en er zich een nieuwe veenmosgemeenschap moet vormen, wat meerdere jaren in beslag kan nemen. Ook neemt de voedselrijkdom toe.
- ontwatering (onder andere voor turfsteken) leidt vrij snel tot het afsterven van de veenmossen, een toename van de voeselrijkdom en een dominantie van de soorten van de associatie van gewone dophei.
- een toename van de voedselrijkdom, door directe bemesting via het grondwater, door atmosferische stikstofdepositie of door ontwatering en branden, kan een algenbloei tot gevolg hebben met nadelige gevolgen voor de moslaag.
Om dit soort vegetaties te kunnen behouden, zijn dus verschillende soorten beleidsmaatregelen noodzakelijk:
- de beheersing van de grondwaterstand door waterbouwkundige maatregelen;
- beperken van menselijke activiteit, zoals turfstekerij en landbouw, en ronde hoogveengebieden;
- preventie tegen bosbranden;
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|
Indeling van de vegetatieklasse Oxycocco-Sphagnetea (klasse van de hoogveenbulten en natte heiden) | |
---|---|
Orde: Ericetalia tetralicis (dophei-orde) · Verbond: Ericion tetralicis (dophei-verbond) |
Overzicht van klassen van plantengemeenschappen of fytocoena | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|