Klasse van de wilgenbroekstruwelen
De klasse van de wilgenbroekstruwelen (Franguletea) is een klasse van plantengemeenschappen die voorkomt op continu natte bodems, en die gedomineerd wordt door sporkehout en breedbladige wilgen.
Klasse van de wilgenbroekstruwelen |
---|
Klasse van de wilgenbroekstruwelen met grauwe wilg |
Syntaxonomische indeling |
|
Klasse |
Franguletea Doing ex Westhoff in Westhoff & den Held, 1969 |
De klasse telt één onderliggende orde.
Naamgeving, etymologie en codering
- Synoniem: Alnetea glutinosae Braun-Blanq. & Tüxen 1943, Carici-Alnetea glutinosae H.Passarge & Hofmann 1968, Franguletea Doing ex V.Westh. & den Held 1969, Carici-Salicetea cinereae H.Passarge & Hofmann 1968
- Frans: Fourrés arbustifs hygrophiles des sols tourbeux planitiaires à submontagnard
- Duits: Faulbaum-Gebüsche
- Engels: Scrub and hedges on acid, nutrient poor, often peaty soils of western and central Europe
- Syntaxoncode (Nederland): 36
De naam Franguletea is afgeleid van de wetenschappelijke naam van een kensoort van deze klasse, het sporkehout (Rhamnus frangula, syn. Frangula alnus).
Kenmerken
Ecologie
De klasse van de wilgenbroekstruwelen omvat plantengemeenschappen van natte standplaatsen op een venige bodem. In tegenstelling tot de klasse van de wilgenvloedbossen en -struwelen, is de grondwaterspiegel bij wilgenbroekstruwelen vrij constant. De bodem is van gematigd voedselarm tot gematigd voedselrijk, de pH van neutraal tot zuur.
Wilgenbroekstruwelen worden vooral gevonden in duinvalleien, langs beekdalen, in laagveengebieden en aan de rand van hoogvenen.
Structuur
Deze klasse wordt in de Lage Landen gekenmerkt door een dichte struiklaag, met drie vrijwel steeds voorkomende soorten: het naamgevende sporkehout, en de breedbladige wilgensoorten grauwe- en geoorde wilg. Zeldzamer is de hybride van deze beide, Salix ×multinervis.
De samenstelling van de ondergroei is afhankelijk van de voedselrijkdom van de bodem. Op arme bodems vinden we vooral planten uit het hoogveen, zoals gewone dophei en verschillende soorten veenmossen in de moslaag. Op voedselrijkere plaatsen zijn moerasplanten zoals riet en gele lis dominant in de kruidlaag en is de moslaag eerder beperkt.
Onderverdeling
De klasse van de wilgenbroekstruwelen heeft als vertegenwoordigers in België en Nederland:
- Orde: Salicetalia auritae
- Verbond: Verbond van de wilgenbroekstruwelen (Salicion cinereae)
- Associatie: Associatie van geoorde wilg (Salicetum auritae)
- Associatie: Associatie van grauwe wilg (Salicetum cinereae)
- Sub-associatie: Salicetum cinereae calamagrostietosum canescentis
- Sub-associatie: Salicetum cinereae typicum
- Sub-associatie: Kruipwilgenstruweel (Salicetum cinereae salicetosum repentis)
- Rompgemeenschap: Rompgemeenschap van wilde gagel (Myrica gale-[Salicion cinereaea])
- Verbond: Verbond van de wilgenbroekstruwelen (Salicion cinereae)
Soortensamenstelling
Deze klasse heeft voor België en Nederland als belangrijkste ken- en begeleidende soorten:
Kensoort | Diff.soort | Presentie | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
Boomlaag | |||||
- | |||||
Struiklaag | |||||
kK | 10>50% | Sporkehout | Rhamnus frangula | ||
kK | >10% | Geoorde × grauwe wilg | Salix ×multinervis | ||
40>90% | Grauwe wilg | Salix cinerea | |||
0>90% | Geoorde wilg | Salix aurita | |||
Kruidlaag | |||||
- | |||||
Moslaag | |||||
- |
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|
Indeling van de vegetatieklasse Franguletea (klasse van de wilgenbroekstruwelen) |
---|
Orde: Salicetalia auritae |
Overzicht van klassen van plantengemeenschappen of fytocoena | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|