Luc Goutry

Na zijn humaniora in Torhout studeerde hij af als maatschappelijk assistent te Kortrijk. In de jaren zeventig werkte hij op de sociale dienst van de Christelijke Mutualiteit in Brugge en werd nadien kabinetsmedewerker bij minister Daniël Coens. Daarna keerde hij terug naar de CM, eerst als diensthoofd en daarna als adjunct-directeur.

Van 1988 tot 2000 was hij gemeenteraadslid van de stad Brugge en fractieleider voor de toenmalige CVP. Binnen de partij behoorde hij tot de ACW-strekking. In 1992 kwam hij als opvolger van Daniël Coens in de Kamer van volksvertegenwoordigers terecht, waar hij lid werd van de commissies die zich vooral bezighouden met sociaal gerichte materies: volksgezondheid, sociale zaken, ontwikkelingssamenwerking. Hij werd enkele malen herverkozen en bleef uiteindelijk volksvertegenwoordiger tot aan de verkiezingen van 2010.

In de periode maart 1992-mei 1995 had hij als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook zitting in de Vlaamse Raad. De Vlaamse Raad was vanaf 21 oktober 1980 de opvolger van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap, die op 7 december 1971 werd geïnstalleerd, en was de voorloper van het huidige Vlaams Parlement.

Eén van zijn realisaties was de naar hem genoemde Wet Goutry tot vaststelling van het maximum aantal behandelingstermijnen in de tegemoetkoming aan gehandicapten. Hij was ook de promotor voor het vastleggen van het sociaal statuut van kunstenaars en zeevissers.

Hij was actief in tal van verenigingen in de gezondheidszorg en gehandicaptenwerking. Hij werd ook voorzitter van de Hulpkas Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.

Nadat hij verhuisde, werd hij van 2006 tot eind 2016 gemeenteraadslid in Beernem en was er van 2006 tot 2016 OCMW-voorzitter en schepen van Sociale Zaken. Eind 2016 verliet hij de politiek.

• Koen ROTSAERT, Lexicon van de parlementariërs van het arrondissement Brugge, 1830-1995, Brugge, 2006.