Landelijke Gilden

Landelijke Gilden is een Vlaamse vormingsvereniging, onder de koepel van de Boerenbond.

Er zijn afdelingen in heel wat dorpen en gemeenten. Daar organiseren vrijwillige bestuursleden ontspannende en vormende activiteiten voor de leden en hun gezin. Meestal zijn ook niet-leden welkom. Landelijke Gilden zet zich in voor de eigenheid en de leefbaarheid van het platteland en de land- en tuinbouw.

Geschiedenis

De Landelijke Gilden werd in 1972 opgericht en kaderde in een herstructurering van de Boerenbond. De leiding van de organisatie zocht een antwoord op de nieuwe noden die het gevolg waren van de evolutie in de landbouw sinds de Tweede Wereldoorlog. Het aantal boeren daalde, er ontstonden meer en meer gespecialiseerde bedrijven. Daarbij kwam dat men een antwoord zocht op de botsing tussen de snel veranderende wereld en het traditionele cultuurpatroon van het platteland en zijn bewoners. Inspiratie vond men in het ontstaan van het sociaal-cultureel vormingswerk in Vlaanderen en in de (eerdere) omvorming van de Boerinnenbond naar KVLV en van de Boerenjeugdbond naar KLJ.

Geleidelijk aan evolueerde Landelijke Gilden naar een plattelandsbeweging. Hiermee nam zij meer standpunten in met betrekking tot de beleidsthema’s inzake dorp en platteland. Vanaf het begin van de jaren 1990 ging de Landelijke Gilden zich meer als gezinsbeweging profileren. Er ontstond ook een specifiek aanbod voor tuinliefhebbers, schapenhouders en senioren. Diverse initiatieven zagen het licht: de Dag van de Landbouw (1982), de nationale Streekzoektocht (1984), Plattelandsklassen (1985), Open Tuinen (1993), Dorp met Toekomst (1995), de Zomer van de Landelijke Gilden (2005)

Leden

Landelijke Gilden is een vereniging die werkt vanuit een open christelijke visie op mens en maatschappij. 70.000 leden waarvan 16.000 boeren en tuinders hechten veel belang aan de leefbaarheid van het platteland en de land- en tuinbouw. De vereniging brengt boeren en tuinders en plattelandsbewoners samen in één beweging. Landelijke Gilden heeft een specifieke werking voor tuinliefhebbers (met onder meer het jaarlijkse Opentuinenweekend), schapenhouders en senioren.

Structuur

Landelijke Gilden en de Boerenbond zijn democratisch opgebouwde organisaties. De standpuntvorming gebeurt trapsgewijs. Aan de basis, in de dorpen en gemeenten, zijn er 901 plaatselijke landelijke gilden. Samen vormen zij 81 gewesten. Vertegenwoordigers van de gewesten vormen de 6 provinciale besturen. Vanuit elke provincie worden afgevaardigden gekozen voor het Nationaal Bestuur. Zij vormen tevens de Algemene Vergadering van vzw Landelijke Gilden.

Voorzitters

Voorzitters van Landelijke Gilden waren:

Landbouw- en plattelandseducatie

Kennismaking met het platteland en de land- en tuinbouw zorgt ervoor dat heel wat vooroordelen worden weggenomen bij kinderen en volwassenen. De landbouwer die landbouweducatie aanbiedt ontdekt welke vragen er leven. Uit deze ontmoeting ontstaat wederzijds begrip. In de plattelandseducatie komen allerlei soorten bedrijven aan bod: grote zowel als kleine, gangbare zowel als biologische … Voor sommige bedrijven is hun plattelandseducatief aanbod een aanvulling op hun regulier bedrijfsinkomen of een blikopener op hun hoeveproducten. Andere bedrijfsleiders genieten er dan weer van om over hun stiel te vertellen. Kinderen, jongeren en volwassenen van hun kant ervaren het genot van het wandelen, ravotten en ontdekken van de wijde en pure omgeving.

Met Plattelandsklassen vzw heeft Landelijke Gilden een specifieke dienst uitgebouwd met een educatief aanbod voor kleuter,- lagere en middelbare scholen.

Een breed netwerk

Landelijke Gilden maakt deel uit van een breed netwerk van organisaties. De vereniging is partner in:

  • Landelijke thuiszorg vzw
  • Landelijke kinderopvang vzw
  • Zorg-saam vzw
  • Ons zorgnetwerk vzw
  • Trias vzw
  • Innovatiesteunpunt vzw.

Inzake de plattelandsleefbaarheid zijn Landelijke Gilden verbonden met

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.