Helpoort (Maastricht)

De Helpoort, vroeger ook wel Jekerpoort, Hoogbruggepoort, Alde Poort op den Ancker, Kruittorenpoort of De Twee Torens genoemd,[1] is een voormalige stadspoort in de Nederlandse stad Maastricht. De poort is onderdeel van de eerste middeleeuwse stadsmuur van Maastricht en is gelegen in het Jekerkwartier aan het zuideinde van de Sint Bernardusstraat, tegenover het Pesthuys. De poort dateert uit het tweede kwart van de 13e eeuw en is daarmee de oudste nog bestaande stadspoort van Nederland.

Helpoort
Locatie
LocatieMaastricht-Jekerkwartier, Sint Bernardusstraat
Status en tijdlijn
Oorspr. functiestadspoort
Start bouw13e eeuw (na 1229)
Verbouwing1881, 1993
Erkenning
Monumentstatusrijksmonument
Monumentnummer27997
Portaal    Civiele techniek en bouwkunde

Geschiedenis

Eerste middeleeuwse stadswal met Minderbroederspoort (11), Helpoort (12), Jekertoren (13) en O.L. Vrouwewal (14)

Bouw eerste middeleeuwse stadsmuur

Over het precieze bouwjaar van de oudste middeleeuwse stadsmuur van Maastricht is geen duidelijkheid. In 1229 gaf de hertog van Brabant toestemming om een stenen muur om de stad te bouwen. Eerder was er al een aarden wal opgeworpen met daarop palissaden, maar deze was door de bisschop van Luik, medeheer van het tweeherige Maastricht, verwoest tijdens het Beleg van Maastricht (1204). Waarschijnlijk werd in 1229 begonnen met de bouw van stenen stadspoorten en waltorens, met elkaar verbonden door aarden wallen die in de loop van de 13e eeuw geleidelijk versteend werden. De nieuwe muur op de linker Maasoever bestond uit kolenzandsteen, strekte zich uit over een lengte van ongeveer 2,4 kilometer, was 6 à 8 meter hoog en had in totaal dertien stadspoorten, twee waterpoorten en een onbekend aantal muurtorens.[2]

De Helpoort werd waarschijnlijk omstreeks 1230 gebouwd. De poort werd voor het eerst genoemd als Hoogbruggepoort ("porta de alto ponte") in een schepenbrief van het kapittel van Sint-Servaas uit 1358, hoewel de benaming in alto ponte voor de omgeving al in 1265 voorkomt.[3][4] De naam Hoogbruggepoort verwijst waarschijnlijk naar de brug over de Jeker die hier lag. De naam Helpoort is 18e-eeuws. De poort was onderdeel van de eerste middeleeuwse stadsmuur, die zich aan deze kant van de stad naar het westen toe uitstrekte langs het Oude Minderbroedersklooster in de richting van de Minderbroederspoort, en naar het oosten toe in de richting van de Jekertoren en de Maas. De poort lag aan een secundaire uitvalsweg naar het zuiden (Sint Pieter, Luik).

De Helpoort als reservepoort

De Helpoort over de stadsmuur heen gezien (Valentijn Klotz, 1669)

Na het gereedkomen van de tweede middeleeuwse stadsmuur omstreeks 1350 fungeerde de eerste muur als reserve-verdedigingslinie. Voor de meeste oude poorten gold dat de taak van toegangspoort vanaf dat moment werd overgenomen door de nieuwe stadspoorten. Voor de Helpoort gold dit echter niet, omdat zich buiten deze poort Luiks gebied bevond, dat van de heerlijkheid Sint Pieter, waardoor de uitbreiding van de stad in dit gebied lange tijd onmogelijk was. De nieuwe zuidmuur boog vanaf de Sint-Pieterspoort af naar het noordoosten en sloot bij de Pater Vincktoren aan op de oude muur. Eind 15e eeuw verviel de poortfunctie van de Helpoort alsnog, toen de poort door de Nieuwstad-uitbreiding binnen de stadsomwalling kwam te liggen.[5]

Ook al was het belang ervan verminderd, men bleef de eerste muur zeker tot de 16e eeuw onderhouden. Zo kreeg de Helpoort in 1400 een nieuw dak, waarschijnlijk ter vervanging van de kantelen, en werd de poortopening later in de 15e eeuw versmald vanwege de veiligheid.[3] Tegen het einde van de middeleeuwen werd in vredestijd toegestaan dat de oude poorten en sommige torens dienstdeden als woning of als leube, een soort vergaderruimte voor de ambachten.[6] De poorten zelf bleven eigendom van de stad en behielden tot het midden van de 17e eeuw een zekere militaire functie.[7] In 1562 kregen de volders toestemming om in de Helpoort te vergaderen, op voorwaarde dat ze het gebouw zouden onderhouden. In 1589 maakten de schippers gebruik van de poort.[8]

Vanaf de 17e eeuw werd de Helpoort gebruikt als kruithuis, een functie die het gebouw in 1846 nog had. De benamingen Kruittorenpoort en Poort op den Ancker stammen uit die tijd, de laatste verwees naar een naburig bolwerk of een herberg in Sint Pieter. Vanaf de 18e eeuw kwam de huidige naam in zwang, waarschijnlijk verwijzend naar een nabijgelegen huis In de Helle, een naam die veel voorkwam bij smederijen en bakkerijen. Ook kan de aanduiding 'helle' verband houden met de functie als kruitopslag.[9]

Ontmanteling vesting en behoud Helpoort

Atelier Jef Schipper in de Helpoort, 1947

Op 29 mei 1867 ondertekende koning Willem III der Nederlanden het besluit tot opheffing van de vestingstatus van Maastricht en enkele andere vestingplaatsen. In de jaren daarna werden in Maastricht grote delen van de middeleeuwse stadsmuren en de meeste buitenwerken in opdracht van het Ministerie van Oorlog geslecht, waarna de gronden werden overgedragen aan de Dienst der Registratie en Domeinen. De overgebleven stadspoorten van Maastricht werden tussen 1867 en 1874 op één na allemaal gesloopt. De afbraak van de stadsmuren ging nog door tot begin 20e eeuw. Door toedoen van Victor de Stuers en anderen bleven hier en daar delen van de eerste en tweede wal gespaard, met name in het Jekerkwartier.

Op initiatief van De Stuers en anderen werd besloten een deel van de vestingwerken aan de zuidzijde van de stad te behouden. In 1881 werd de Helpoort ingrijpend gerestaureerd door rijksbouwmeester Jacobus van Lokhorst. Aan de stadszijde werd een groot raam aangebracht en aan de veldzijde een mezekouw gereconstrueerd. De omgeving van de Helpoort werd in 1906-'07 in historiserende trant gerestaureerd en deels gereconstrueerd. De Jekertoren, waarvan alleen nog de romp overeind stond, werd in 1911 heropgebouwd naar een ontwerp van Willem Sprenger, met wie De Stuers in deze periode veel samenwerkte.

Bij de restauratie van 1881 was boven de poortdoorgang een woning ingericht, waarin de conciërge van het rijksarchief enige tijd woonde. In 1947 werd het gebouw voor 1 gulden aan de gemeente Maastricht overgedragen, waarna de ruimte boven de poort in gebruik was als atelier van de kunstschilder Jef Schipper. Na een nieuwe restauratie in 1997 is de poort de thuishaven van de Stichting Maastricht Vestingstad en gedurende de zomermaanden te bezoeken. Op de etages is een expositie ingericht over de geschiedenis van Maastricht als vestingstad.[3][10]

Cultuurhistorisch erfgoed

De Helpoort is als enige grote stadspoort van Maastricht bewaard gebleven. De poort is gebouwd op een grondplan van 7 bij 9 m. De gevel aan de veldzijde is ongeveer 14 m hoog, aan de stadszijde ruim 10 m. De twee halfronde torens zijn bijna 24 m hoog en met leien gedekt. Beide torens bevatten een wenteltrap. In de oosttoren bevindt zich een schietgat. De poort is opgetrokken uit kolenzandsteen, de daklijst is van mergelsteen en het gewelf van de poortdoorgang van baksteen. De poortdoorgang is ongeveer 4 m breed. Aan de zuidzijde is de sleuf voor het valhek nog te zien. De poort is een rijksmonument.[3][4][11]

In de directe omgeving zijn deels gereconstrueerde delen van zowel de eerste als tweede stadsmuur te vinden, zoals de muur ten westen van de Helpoort en die tussen de Helpoort en de Jekertoren. Achter de Pater Vincktoren, die tot de tweede omwalling behoort, sluit de tweede muur aan op de eerste. Hier bevindt zich een waterpoort over de Jeker. Meer naar het zuiden bevinden zich de rondelen Haet ende Nijt en De Vijf Koppen.

Zie ook

Bronnen en referenties

Zie de categorie Helpoort van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.