Haet ende Nijt

Haet ende Nijt, ook Haat en Nijd of Haet ende Nijdt, is een laat-15e-eeuws, begin-16e-eeuws rondeel in de zogenaamde Nieuwstad-uitbreiding van het Maastrichtse Jekerkwartier. Samen met het nabije rondeel De Vijf Koppen vormde Haet ende Nijt een latere uitbreiding van de oorspronkelijk 14e-eeuwse tweede stadsomwalling van Maastricht. Beide rondelen zijn rijksmonumenten en zijn beeldbepalende onderdelen van het Stadspark Maastricht.

Haet ende Nijt
Locatie
LocatieMaastricht, Jekerkwartier, Stadspark
Status en tijdlijn
Oorspr. functierondeel
Start bouw1486
Bouw gereed1516
Erkenning
Monumentstatusrijksmonument
Monumentnummer28016
Tweede middeleeuwse stadsmuur met Haet ende Nijt (19) en De Vijf Koppen (20)
Portaal    Civiele techniek en bouwkunde

Ligging

Het rondeel "Haet ende Nijt" is gelegen in het Mgr. Nolenspark in Maastricht. Het rondeel maakt deel uit van de tweede stadsomwalling van Maastricht en wel het deel dat de zogenaamde Nieuwstad voor de Helpoort omsluit. Aan de noordoostzijde van het rondeel loopt de stadsmuur door naar Poort Waerachtig, een uit de negentiende eeuw stammende doorbraak door de stadsmuur, en het rondeel De Vijf Koppen.

Bouwgeschiedenis

De tweede stadsomwalling (van circa 1375) omsloot in eerste instantie niet de Nieuwstad, het bewoonde gebied gelegen voor de Helpoort. In de periode 1486-1490 werd een omwalling, die liep vanaf de Sint-Pieterspoort tot aan de Maas, aangelegd met minstens één aarden bolwerk en een gracht.[1] In de periode 1505-1511 werd de aarden walmuur verschillende keren beschadigd door overstromingen van de rivier de Jeker.[2] Wellicht waren deze overstromingen, de laatste in 1511, reden om de aarden omwalling te vervangen door een stenen omwalling.[2] Op 29 mei 1515 werd in ieder geval het bevel uitgevaardigd om met de verstening te beginnen.[2] Het aanwezige aarden bolwerk werd vervangen door een bolwerk van steen.[2] Het rondeel kwam in 1516 gereed en kwam bekend te staan als "Haat en Nijd".[2] Het halfrond uitgebouwde rondeel heeft een middellijn van vijftien meter en werd bekleed met blokken Naamse steen.[2] In het rondeel bevonden zich twee boven elkaar gelegen onderkomens van waaruit flankvuur gegeven kon worden.[3] Het overgrote deel was opgevuld met grond en puin.[3]

Rond 1550 werden twee kazematten in het rondeel gerealiseerd, waar geschut werd opgesteld.[4] Later, in ieder geval in de achttiende eeuw, werden de kazematten als kruitmagazijn gebruikt.[5]

Op het rondeel en boven de ingang van de bovenste kazemat is de stadsster van Maastricht aangebracht als teken dat de stad Maastricht de bouw van het rondeel betaald heeft.[5] Op een ingemetselde Naamse steen is een Bourgondisch schuinkruis met vuurslag afgebeeld tussen twee vijfpuntige sterren, respectievelijk verwijzend naar Bourgondië en Maastricht.

Naamgeving

Het is de volksmond die de naam Haet ende Nijt heeft toebedeeld aan het rondeel.[6] In 1528 werd het rondeel aangeduid als 'het nuwe bolwerck' en in 1771 werd aan het rondeel gerefereerd als de polvertoren oftewel de kruittoren.[5][6] Het rondeel had blijkbaar geen echte naam als onderdeel van de walmuur.[6]

Verweerde steen met tekst beginnend met Haet ende Nijd

Haet ende Nijt dankt zijn huidige naam aan de beginregel van een tekst die boven de toegang tot de bovenste kazemat is aangebracht.[5][6] De steen met de tekst is zwaar geërodeerd. De tekst[6] luidde:

HAET ENDE NIJD BEN ICK GHENANT
MYNEN VIANDEN BEN ICK ONBECANT
ENDE VOLMACKT ALS ME MACH SIEN
BI MEISTER HERMAN I D ZARAZIEN
DOE MEN SCREEF VOERWAER
DUYSENT VYFHONDERD EN SESTIEN JAER

De genoemde 'meister Herman in de Zarazien' was Herman van Lutteroer die in de Zarazijn ofwel de Moriaan in de Muntstraat woonde.[6] Hij was 'peymeester' van de stad en in die functie verantwoordelijk om het geld bijeen te brengen voor de aanleg van het rondeel.

Ook de nabijgelegen Poort Waerachtig en het rondeel De Vijf Koppen danken hun namen aan de volksmond.[6]

Bronnen, noten en referenties

Zie de categorie Haet ende Nijt (roundel) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.