Gereformeerde Gemeenten in Nederland

De Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) vormen een kerkgenootschap van bevindelijk gereformeerd karakter, dat ontstaan is in 1953 na een scheuring in de Gereformeerde Gemeenten. Het kerkverband bestaat uit 48 Nederlandse gemeenten, 4 gemeenten in Noord-Amerika (deze staan bekend als Reformed Congregations in North America, en een gemeente in Pretoria (Zuid-Afrika). Per 1 januari 2019 telde het kerkverband 24.211 leden.[1]

Gereformeerde Gemeenten in Nederland
Indeling
Hoofdstromingprotestantisme
Richtinggereformeerd, calvinistisch
Voortgekomen uitGer. Gem. in 1953
AfsplitsingenGer. Gem. in Ned. (buiten verband) in 1980
Aard
LocatieNederland, Noord-Amerika en Zuid-Afrika
Aantal leden26.344. Nederland: 24.339, Noord-Amerika: 2005 (01-01-2018)
Karakterbevindelijk gereformeerd
Portaal    Christendom
Protestantisme



in Nederland

..Stromingen

Lutheranisme
Lutheranisme
Vrijzinnig-Protestantisme
Vrijzinnig protestantisme
Midden-orthodoxie
Protestantse Kerk in Nederland
Modern-Gereformeerd
Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland
Orthodox Protestantisme
Calvinisme
Gereformeerd protestantisme
Orthodox-protestantisme
Orthodox Gereformeerd
Orthodox-gereformeerden
Bevindelijk Gereformeerden
Bevindelijk gereformeerden
Evangelisch
Evangelisch Christendom

Kerkinterieur Gereformeerde Gemeente in Ned. te Barneveld
Gereformeerde Gemeente in Nederland De Beek-Uddel
Ds. F. Mallan was jarenlang hét gezicht van Gereformeerde Gemeenten in Nederland
Ontstaan van de verschillende stromingen in Nederland
Ontstaansgeschiedenis van kerken in Nederland

Geschiedenis

De oorzaak van de scheuring in 1953 was de afzetting van dr. Cornelis Steenblok als docent aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam. Hij werd na zijn overkomst uit de Gereformeerde Kerken in Nederland in 1944 vrijwel direct docent aan de Theologische School in Rotterdam. Ds. Kersten zag in hem als academisch gevormd predikant een aanwinst voor de Gereformeerde Gemeenten. Ds. R. Kok en ds. A. Verhagen waren minder ingenomen met de aanstelling van Steenblok en ook ds. Fraanje zag aanvankelijk de aanstelling van dr. Steenblok niet zitten. Toen ds. Kok echter door ds. Kersten beschuldigd werd van 'remonstrantisme' veranderde Fraanje van mening. Op gezag van ds. Fraanje werd Steenblok alsnog docent. Na het overlijden van ds. Kersten werd hij echter alsnog afgezet, omdat zijn onderwijs te eenzijdig zou zijn. Discussiepunt was het standpunt van dr. Steenblok over 'de algemene genade' waarvan hij meende dat de algemene genade niet voortvloeit uit Christus verdienste maar uit de voorzienigheid Gods. Ds. A. Vergunst had in 1950 bezwaar gemaakt over het lesgeven van dr. Steenblok. Dr. Steenblok zou gezegd hebben: "Door de Erskines loopt een draad van algemene verzoening."

Volgens ds. F. Mallan was dr. Steenblok het inderdaad wat betreft 'het bevindelijke element' bij de Erskines ten volle met hen eens, maar wat betreft hun visie op 'het aanbod van genade' kon hij het niet eens met hen zijn. De Erskines zouden het Amyraldisme hebben overgenomen. Dat was een richting die de remonstrantse en contra-remonstrantse leer wilde verbinden. Volgens ds. Mallan bleef er niet anders over dan de synode te verlaten. Er was volgens hem sprake van een "complotvorming", "Wij hebben ons niet afgescheiden." Ds. Mallan sprak zelf met veel achting over dr. Steenblok: "Hij had een stipt leven. Ik liep met hem over straat. Er liepen een paar meisjes achter ons, die Gods Naam misbruikten. Hij keerde zich om en vermaande ze ernstig. Hij schaamde zich voor geen mens: in de trein niet, in de tram niet, in de bus niet, hij kwam er altijd voor uit. Dat gaf mij achting voor die man. Mijn achting is altijd nog gestegen voor hem. Ik ben bij zijn sterfbed geweest. Daar lag geen doctor, maar een arme zondaar."[2]

Vorming van het kerkverband

Vanaf 28 augustus verscheen een eigen kerkblad, de Wachter Sions. In de beginperiode had het kerkverband vijf predikanten, D. L. Aangeenbrug, M. van de Ketterij, F. Mallan, dr. C. Steenblok en C. van de Woestijne. In 1956 kwamen ook de predikanten T. Dorresteijn en H. Ligtenberg naar de Gereformeerde Gemeenten in Nederland over. Na het overlijden van dr. Steenblok in 1966 tot aan zijn eigen overlijden in 2010 had de predikant F. Mallan de leidende rol in het kerkverband. Hij was sinds de oprichting van het kerkverband hieraan als predikant verbonden en was lange tijd hoofdredacteur van het kerkelijk blad van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, De Wachter Sions.

Binnen het kerkelijke leven is/was altijd enige gereserveerdheid voor verenigingsleven, jeugdwerk en zangkoren. Aan kerkelijke zending doet men wel. Men steunt voornamelijk de Mbuma zending uitgaande van de Free Presbyterian Church of Schotland.

Specifieke kenmerken van het kerkverband

Evenals andere orthodox gereformeerde kerkverbanden houden de Gereformeerde Gemeenten in Nederland vast aan het gezag van de Bijbel zijnde het door God geïnspireerde Woord, en de leer zoals samengevat door de algemeen christelijke en gereformeerde belijdenis geschriften de (Drie Formulieren van Enigheid): de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels. De uitleg van de Bijbel gaat volgens de beginselen van de gereformeerde hermeneutiek. Maatschappelijk-ethische thema's op basis van de beginselen van de christelijke ethiek, zoals de omgang met abortus, euthanasie, en (praktiserende) homoseksualiteit. Deze verschijnselen die met name in de Grieks-Romeinse wereld (hellenistische cultuur) ook al voorkwamen, heeft het vroege christendom ook altijd afgewezen en hier primaire waarden van het christelijk geloof tegenover gezet: de beschermwaardigheid van het leven, omdat het door God geschapen is, en huwelijkstrouw als een verbond tussen één man en één vrouw waaruit vruchtbaarheid kan voortkomen. Het huwelijksverbond is een centraal thema in de Bijbel waarmee de band tussen Christus en Zijn gelovigen wordt afgebeeld. Het christelijk geloof ziet de norm nooit los van het aspect van de liefde.

Evenals de synodale Gereformeerde Gemeenten behield het kerkverband van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland een traditioneel gereformeerd karakter. Liturgisch wordt in de eredienst vastgehouden aan de Statenvertaling van de Bijbel en de psalmenberijming van 1773. Overal worden de psalmen niet-ritmisch gezongen. Ten opzichte van andere kerkverbanden ligt het tempo van de gemeentezang wel lager.

Liturgisch wordt in de eredienst vastgehouden aan de Statenvertaling van de Bijbel en de psalmenberijming van 1773. Er zijn enkele gemeenten (in de provincie Zeeland) waar de Psalmen van Datheen gezongen worden. Overal worden de psalmen niet-ritmisch gezongen.

Voorwaardelijk aanbod van genade

Met de komst van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland werd de term voorwaardelijk aanbod van genade geïntroduceerd. Met die formulering willen zij aansluiten bij de prediking van voornamelijk de kruisgemeenten rond ds. E. Fransen en ds. C. Van den Oever. Men is beducht voor 'oppervlakkig godsdienstige richtingen', waar gezegd wordt "God heeft alle mensen lief. De Heere Jezus is voor alle mensen gestorven." Dit is volgens hen het grote gevaar van het zogenaamde 'algemene onvoorwaardelijke aanbod van genade', zoals die geldt binnen de Gereformeerde Gemeenten. Binnen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland mag het aanbod van genade alleen uitgaan tot degenen die zichzelf hebben leren kennen als zondaar voor God en daarom een Zaligmaker of genade nodig hebben. De polarisatie tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland op dit onderwerp is de laatste jaren wel veel minder. Tussen beide genootschappen hebben samensprekingen plaatsgevonden, maar omdat nog wel sprake is van een duidelijk eigen profiel ligt eenwording op korte termijn nog niet voor de hand.

Ook de wereldgelijkvormigheid binnen andere kerken is een punt van zorg voor de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Het afwijzen van vaccinatie en verzekeringen komt in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland relatief vaker voor dan in de andere orthodox gereformeerde kerkgenootschappen. Evenals de gewoonte dat een bruidsjurk van trouwende leden een gedekte (niet-witte) kleur moet hebben en de bruid geen sluier mag dragen.[3]


Karakter van de prediking

Wat betreft de voordracht van de prediking komt/kwam een typische wat zangerige of klagende preektoon (evenals de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland) nogal eens voor. Wat betreft de inhoud van de prediking typeerde ds. Mallan: "Men noemt ons lijdelijk. Gelukkig, dat er in de Bijbel staat dat God gevonden is van hen die naar Hem niet hebben gevraagd. Tot degenen die niet naar Hem hebben gezocht, heeft Hij gezegd: Ziet hier ben Ik. Ziet hier ben Ik. Zeker, we moeten vragen om bekering en in die weg is er wel van een zoeken sprake, maar van een oprecht zoeken niet, want dat moet door God gewerkt worden. Daar moeten we dan toch aan vasthouden. Hierin is het verschil is gelegen." De prediking van ds. Steenblok is van blijvende betekenis: "We vinden daarin niet alleen een zuivere bevindelijke gang, maar in de toepassing worden ook de onbekeerden op een liefderijke wijze aangesproken, en hen de weg en de mogelijkheid der bekering aangewezen."

Huidige theologische positie en samenwerking

Kerkelijke eenheid en samenwerking

In 1980 ontstond binnen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland ook een geschil waardoor de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband) ontstonden met circa 3000 leden. Drie predikanten A. van den Berg, J. de Groot en A. Wink kwamen buiten het kerkverband te staan, nadat Van den Berg was geschorst in verband met zijn opvattingen. De Groot en Wink steunden hem en gingen met hem mee. Ze namen zeven gemeenten mee: Gouda, Veenendaal, Rijssen, Nieuwerkerk, Dinteloord, IJsselmuiden en Middelburg. De predikanten M. van Beek, F. Mallan en A. van Straalen bleven achter. Laatstgenoemde vertrok naar Noord-Amerika en na het overlijden van ds. M. van Beek werden gedurende enige tijd de meer dan vijftig Nederlandse gemeenten slechts door één predikant (ds. F. Mallan) gediend. In 2008 en 2009 keerden de meeste buitenverbandgemeenten geheel of gedeeltelijk terug naar de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.[4]

Naar aanleiding van het onderzoek naar de scheuring van 1953 door dr. M. Golverdingen komt kerkelijke eenheid met de synodale Gereformeerde Gemeenten regelmatig ter sprake. Aan beide zijde is ingenomenheid getoond met dit onderzoek. Het gesprek tussen beide kerkverbanden loopt nog steeds en is over het algemeen 'broederlijk' van aard. Behalve deze ontwikkelingen ontmoet men elkaar ondertussen op allerlei vlakken en is er veel onderlinge samenwerking rondom de Staatkundig Gereformeerde Partij, de Gereformeerde Bijbelstichting, het Reformatorisch Dagblad en het reformatorische onderwijssysteem.

Samenwerking op gebied van maatschappelijk-ethische thema's

Hoewel de Gereformeerde Gemeenten in Nederland samenwerking vooral beperken tot het behoudende deel van de bevindelijk-gereformeerden, hebben enkele predikanten de Nashvilleverklaring ondertekend, die ook ondersteund wordt door voorgangers en prominente leken uit de reformatorische en evangelische gezindte. De Nashvilleverklaring verdedigt Bijbelse waarden ten aanzien van seksualiteit, benadrukt het belang van huwelijkstrouw en wijst homoseksuele relaties af, evenals polygamie, overspel en de ideologie achter genderneutraliteit.[5]

Schepping en/of evolutie

Binnen het kerkverband wordt afstand genomen van nieuwe theologische opvattingen inzake het debat 'schepping en/of evolutie'. De theorie 'theïstische evolutie', waarvoor prof. dr. G. van den Brink in zijn boek De aarde bracht voort heeft gepleit, wijst men resoluut van de hand. Deze theorie houdt onder meer in 'dat de aarde niet in zes dagen geschapen kan zijn, dat de mens van dieren afstamt, en dat Adam niet onmiddellijk door God uit het stof der aarde geschapen werd'. Verder omvat de theorie, 'dat Adam niet de eerste mens kan zijn geweest, maar een door God uitgekozen verbondshoofd te midden van velen; dat lijden en dood al bestonden voor de val; en dat we het klassieke idee van de zondeval moeten vervangen door een geleidelijk proces'. Dhr. L. van der Tang, een huidig opiniemaker binnen het kerkverband wijst op ten minste drie oorzaken waarom volgens hem velen binnen de orthodox-gereformeerde gezindte deze denkbeelden willen omarmen. De wetenschap als afgod: vanwege het feit dat God in veel levens op een afstand is komen te staan, verwereldlijking: door het accepteren van de evolutietheorie kunnen orthodox-christenen weer meedoen in de moderne samenleving, en het postmoderne denken waarin velen op het gevoel met de mening van de meerderheid meevaren. Van der Tang ziet ook een afnemend geestelijk leven, waardoor er minder persoonlijke doorleving is van de geloofsleer waar het bij oorsprongsvragen om draait.[6]

Aantal leden

In 1954 telde het nieuwe verband ruim 8.800 leden, sindsdien - gedurende diverse decennia - was er een gestage groei. In 2016 is het ledenaantal licht gedaald. Per 1 januari 2018 was er echter weer een lichte daling en telden de Nederlandse kerken van het kerkverband 21.261 leden. De grootste gemeenten van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland vindt men te Alblasserdam, Barneveld, Opheusden, Ederveen, Gouda en De Beek-Uddel. De kerkgebouwen in Barneveld en Opheusden zijn de grootste van Nederland (gemeten naar het aantal zitplaatsen) met respectievelijk 2550 en 2850 zitplaatsen. Vijf gemeenten van het kerkverband bevinden zich in het buitenland, er zijn gemeenten in de Verenigde Staten, Canada en Zuid-Afrika. Deze Noord-Amerikaanse gemeenten tellen (per 1 januari 2018) 2005 leden. De gemeenten in Alblasserdam, Arnemuiden, Barneveld, Elspeet, Gouda, Urk en Leerdam hebben een predikant. Hieronder worden in een lijst alle Gereformeerde Gemeenten in Nederland vermeld, inclusief ledenaantal per 1 januari 2018:

De ontwikkeling van het ledenaantal van de Nederlandse gemeenten (incl. Pretoria vanaf 2012) door de jaren heen is hieronder weergegeven:

  • 1954 - 8.817
  • 1956 - 11.518
  • 1980 - 19.124[8]
  • 1981 - 16.137[8]
  • 1982 - 16.214
  • 1989 - 17.935[9]
  • 1995 - 19.828
  • 2000 - 20.644
  • 2001 - 20.854[10]
  • 2007 - 21.844
  • 2008 - 21.968
  • 2009 - 22.377
  • 2010 - 23.327
  • 2011 - 23.965
  • 2012 - 24.173
  • 2013 - 24.195
  • 2014 - 24.225
  • 2015 - 24.286
  • 2016 - 24.349
  • 2017 - 24.318
  • 2018 - 24.339
  • 2019 - 24.211

Bekende leden

Markante predikanten en personen uit de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bekende predikanten in de huidige kerkelijke context:

Overige bekende personen:

Bronnen en literatuur

Zie de categorie Gereformeerde Gemeenten in Nederland van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.