-sel
Nederlands
Huidig bestand |
---|
122 |
Woordafbreking
- -sel
Woordherkomst en -opbouw
- uit Middelnederlands -sel, uit Oudnederlands -(i)sl(i)(a) [1]
Achtervoegsel
-sel o [2]
- vormt van een overgankelijk werkwoord een naamwoord van handeling, een zelfstandig naamwoord dat het resultaat of gevolg van de handeling aanduidt
- Bakken → baksel.
- vormt van een ergatief werkwoord een naamwoord van handeling, een zelfstandig naamwoord dat resultaat of gevolg van het proces aanduidt
- Stollen → stolsel.
Hyponiemen
enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht
|
Deens
Huidig bestand |
---|
2 |
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /-səl/
Woordafbreking
- sel
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van de Oudnoordse achtervoegsels -sl en -sla
Noors
Huidig bestand |
---|
1 |
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / səl /
Woordafbreking
- sel
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van de Oudnoordse achtervoegsels -sl en -sla
Nynorsk
Huidig bestand |
---|
1 |
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / səl /
Woordafbreking
- sel
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van de Oudnoordse achtervoegsels -sl en -sla
Achtervoegsel
-sel
- -sel, gebruikt om van een werkwoord een zelfstandig mannelijk naamwoord te maken met abstracte betekenis
- -sel, gebruikt om van een werkwoord een zelfstandig mannelijk naamwoord te maken met concrete betekenis
- -sel, gebruikt om van een werkwoord een zelfstandig onzijdig naamwoord te maken met abstracte betekenis
- -sel, gebruikt om van een werkwoord een zelfstandig onzijdig naamwoord te maken met concrete betekenis
Synoniemen
- -sle
Verwante begrippen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.