storm
Nederlands
Woordafbreking
- storm
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘hevige wind’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | storm | stormen |
verkleinwoord | stormpje | stormpjes |
Antoniemen
- windstilte
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. erg harde wind
|
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stormen |
storm
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormen
- Ik storm.
- gebiedende wijs van stormen
- Storm!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormen
- Storm je?
Gangbaarheid
- Het woord storm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'storm' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / stɔɾm /
Woordafbreking
- storm
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord stormr.
Naar frequentie | 2697 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | storm | stormen | stormer | stormene |
genitief | storms | stormens | stormers | stormenes |
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / stɔɾm /
Woordafbreking
- storm
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord stormr.
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | storm | stormen | stormar | stormane |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.