stormvloed

Nederlands

tijdens de stormvloed van 1953 kwam het water tot + 3.75 m NAP.
Uitspraak
Woordafbreking
  • storm·vloed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stormvloed stormvloeden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stormvloed m [1]

  1. combinatie van tegelijkertijd storm en vloed, het zeewater komt dan extra hoog
    • Tijdens de stormvloed van 1953 zijn grote delen van Zeeland en Zuid-Holland overstroomd. 

Gangbaarheid

  • Het woord stormvloed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.