roep

Nederlands

Uitspraak

Geluid: roep (hulp, bestand)
IPA: /rup/

Woordafbreking

roep

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	roep	roepen
verkleinwoord	roepje	roepjes

Zelfstandig naamwoord

roep m

een vrij harde klank geproduceerd met stemgeluid

- De roep van die vogel klinkt door het hele dorp.
faam, reputatie

Synoniemen

schreeuw

Antoniemen

fluistering, gefluister

Hyponiemen

lokroep

Hyponiemen

beroep, lokroep, uitroep

Afgeleide begrippen

geroep
herroepbaar
herroeping

roepeend
roepen
roeper

roeping
roepletter
roepnaam

roepsteen
roepstem
roepstoel

roeptoeter
roepvogel
roepzaal

Vertalingen

1. een vrij harde klank geproduceerd met stemgeluid

Duits: Ruf ^(de) m
Engels: call ^(en), cry ^(en), shout ^(en)

Frans: appel ^(fr) m, cri ^(fr) m
Spaans: grito ^(es) m

2. faam, reputatie

Engels: fame ^(en), hearsay ^(en), renown ^(en), reputation ^(en), repute ^(en)
Noors: rykte ^(no) o

Nynorsk: rykte ⁽ⁿⁿ⁾ o
Spaans: fama ^(es) v

Werkwoord

vervoeging van
roepen

roep

eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roepen
- Ik roep.
gebiedende wijs van roepen
- Roep!
(bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roepen
- Roep je?

Gangbaarheid

Het woord roep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'roep' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.