roeping

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  roeping    (hulp, bestand)
  • IPA: /'rupɪŋ/
Woordafbreking
  • roe·ping
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van roepen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord roeping roepingen
verkleinwoord roepinkje roepinkjes

Zelfstandig naamwoord

roeping v

  1. een taak waarvoor een persoon zich verplicht voelt, vaak met religieuze invloed
    • De roeping van moeder Theresa was er al op jonge leeftijd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord roeping staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.