lokroep

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lok·roep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lokroep lokroepen
verkleinwoord lokroepje lokroepjes

Zelfstandig naamwoord

lokroep m

  1. (biologie) roep waarmee men een dier tot zich lokt, of waarmee een dier zijn jongen roept
    • Geleid door de lokroep van de Horrekop hollen heer Bommel en Tom poes naar de koets 

Gangbaarheid

  • Het woord lokroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.