rekening

Een rekening.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rekening    (hulp, bestand)
  • IPA: /'rekənɪŋ/
Woordafbreking
  • re·ke·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rekening rekeningen
verkleinwoord rekeningetje rekeningetjes

Zelfstandig naamwoord

rekening v

  1. de optelsom van te betalen bedragen
    • Hij kreeg een fikse rekening gepresenteerd. 
  1. bankrekening
    • ik heb een rekening bij de Postbank 
  1. boekhoudkundige staat onderverdeeld in debet en credit
  2. (wiskunde) rekenmethode toegepast voor het oplossen van een klasse van problemen
Synoniemen
  • nota (1)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Rekening houden met iets.
iets in gedachten houden
    • Het beoogde filmtheater kreeg een nieuw ontwerp omdat gedurende de bouw bleek dat er onvoldoende rekening was gehouden met een luchtbehandelingsinstallatie. [2] 
  • Een streep door de rekening halen
de schuld van iemand kwijtschelden en het er niet meer over hebben
  • Een streep door de rekening zijn
alles door de war halen
  • Het kind van de rekening zijn
de schuldige zijn en voor de schade moeten betalen
  • iets voor zijn rekening nemen
Overerving en ontlening
Anagrammen
Vertalingen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rekening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. rekening op website: Etymologiebank.nl
  2. Tubantia Buurman ‘Viking’ vraagt rechter om bouwstop filmtheater Judah Bolink 23-04-19


Indonesisch

Woordafbreking
  • re·ke·ning
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

rekening

  1. rekening
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.