conto

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·to
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘rekening’ voor het eerst aangetroffen in 1620 [1]
  • afgeleid van het Italiaanse conto (met het voorvoegsel con-) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord conto conti
conto's
verkleinwoord contootje contootjes

Zelfstandig naamwoord

conto o [3]

  1. rekening
  2. iets op iemands conto schrijven: iemand verantwoordelijk houden voor een gebeurtenis
    • De goede ontwikkeling van de economie kan op conto van het kabinet worden geschreven. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord conto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.