raaf
![](../I/m/Corvus_corax_(NPS).jpg)
Een raaf.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- raaf
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘opperrabbijn’ voor het eerst aangetroffen in 1875 [1]
(erfwoord) Middelnederlands rave, raven |
Andere Germaanse talen: |
Andere Indoeuropese talen: |
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | raaf | raven |
verkleinwoord | raafje | raafjes |
Zelfstandig naamwoord
raaf v
- (vogels) Corvus corax, de grootste van alle zangvogels, met flinke snavel
- Raven worden vaak in een enge context geplaatst.
Hyponiemen
- aasraaf, beetraaf, hoornraaf, kapraaf, nachtraaf, schildraaf, waterraaf, zeeraaf
Vertalingen
1. vogel
Gangbaarheid
- Het woord raaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'raaf' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
Woordafbreking
- raaf
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.