raaf

Een raaf.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raaf    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /raːf/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /raːf/
Woordafbreking
  • raaf
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘opperrabbijn’ voor het eerst aangetroffen in 1875 [1]

(erfwoord) Middelnederlands rave, raven
via Germaans *kʰrabanas
van Proto-Indo-Europees *qer-/*qor-
(mogelijk klanknabootsend)

Andere Germaanse talen:
Angelsaksisch hræfn;
Oudnoords hrafn
Oudhoogduits hraban, raban

Andere Indoeuropese talen:
Latijn corvus
Oudgrieks κόραξ
Iers crú [2] [3]

enkelvoud meervoud
naamwoord raaf raven
verkleinwoord raafje raafjes

Zelfstandig naamwoord

raaf v

  1. (vogels) Corvus corax, de grootste van alle zangvogels, met flinke snavel
    • Raven worden vaak in een enge context geplaatst. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • aasraaf, beetraaf, hoornraaf, kapraaf, nachtraaf, schildraaf, waterraaf, zeeraaf
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord raaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • IPA: /rɑːf/
enkelvoud meervoud
naamwoord raaf rawe
Woordafbreking
  • raaf

Zelfstandig naamwoord

raaf

  1. (vogels) raaf
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.