voordeel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voordeel voordelen
verkleinwoord voordeeltje voordeeltjes

Zelfstandig naamwoord

voordeel o [3] [4]

  1. profijt.
    • De onrust op de aandelenmarkt was in zijn voordeel. 
  1. aangename eigenschap
    • Een voordeel van een motorfiets is het lage benzineverbruik per kilometer. 
  1. (tennis) term die aangeeft dat een speler bij een 40-40-stand een punt heeft gescoord en dus maar één punt verwijderd is van de winst van een game
    • De befaamde Belgische tennisster serveerde met voordeel voor de wedstrijd. 
  1. het aan de voorkant gelegen deel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voordeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.