motel
Nederlands
Woordafbreking
- mo·tel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘logeergelegenheid voor automobilisten’ voor het eerst aangetroffen in 1954 [1]
- samenstelling van hotel en motor [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | motel | motels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
motel o [3]
- hotel voor automobilisten
- gebouw met aan elkaar geschakelde kamers met de deuren aan een parkeerplaats of gemeenschappelijke ruimte
- Aurelie en Florian werden op zeer jonge leeftijd achtergelaten door hun moeder en willen nu weten wat van haar terecht is gekomen. De Frans-Vietnamese moeder werkte als prostituee in Den Haag. Op een dag liet ze haar baby achter in een wieg in een motel in Wassenaar en haar peuter bij mensen die ze amper kende. Aurelie en Florian werden door de Kinderbescherming in een pleeggezin geplaatst en zijn inmiddels volwassenen. Ze hebben Spoorloos om hulp gevraagd hun moeder terug te vinden. [4]
Gangbaarheid
- Het woord motel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'motel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "motel" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- motel op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC 6 november 2016
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /mɔtɛl/
Afgeleide begrippen
- motelový
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /mɔtɛl/
Woordafbreking
- mo·tel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | motel | motely |
genitief | motelu | motelů |
datief | motelu | motelům |
accusatief | motel | motely |
vocatief | motele | motely |
locatief | motelu | motelech / motelích |
instrumentalis | motelem | motely |
Afgeleide begrippen
- motelový
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Turks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | motel | moteller |
genitief | motelin | motellerin |
datief | motele | motellere |
accusatief | moteli | motelleri |
locatief | motelde | motellerde |
ablatief | motelden | motellerden |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.