maïsgeel
Nederlands
Woordafbreking
- maïs·geel, ma·is·geel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maïs en geel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maïsgeel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
maïsgeel o
- (RAL-kleur) een kleur geel met RAL-nummer 1006.
- Heeft u die ook in het maïsgeel?
stellend | |
---|---|
onverbogen | maïsgeel |
verbogen | maïsgele |
Bijvoeglijk naamwoord
maïsgeel
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur geel, met RAL-nummer 1006.
- Hij rijdt in een maïsgele auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'maïsgeel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.