manga

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  manga    (hulp, bestand)
  • IPA: /'mɑŋga
Woordafbreking
  • man·ga
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord manga manga's
verkleinwoord mangaatje mangaatjes

Zelfstandig naamwoord

manga m

  1. een Japans stripboek, ongeacht de stijl.
  2. een artistieke stijl die veel gebruik word in en daardoor geassocieerd word met Japanse strips.
  3. een strip in de artistieke stijl die toegeschreven word aan manga, ongeacht het land van oorsprong.
  4. mango, een vrucht met geel vruchtvlees en een grote pit.[2]
Verwante begrippen

Verwijzingen

Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord manga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


    Papiamento

    Zelfstandig naamwoord

    manga

    1. mouw


    Portugees

    enkelvoud meervoud
    manga mangas

    Zelfstandig naamwoord

    manga v

    1. mango
    2. mouw


    Spaans

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    Woordafbreking
    • man·ga
    enkelvoud meervoud
    manga mangas

    Zelfstandig naamwoord

    manga v

    1. (kleding) mouw
    2. (gereedschap) waterslang

    Verwijzingen

      This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.