artistiek
Nederlands
Woordafbreking
- ar·tis·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunstvaardig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1864 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | artistiek | artistieker | artistiekst |
verbogen | artistieke | artistiekere | artistiekste |
partitief | artistieks | artistiekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
artistiek
- aanleg hebbend voor het maken van kunst
- De artistieke leraar had al diverse bladen gevuld met illustraties.
Vertalingen
1. aanleg hebbend voor het maken van kunst
Gangbaarheid
- Het woord artistiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'artistiek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.