lopen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van lopen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | lopen | te lopen | ||||||
toekomend | zullen lopen | te zullen lopen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben[1]/zijn[2] gelopen | te hebben[3]/zijn[4] gelopen | ||||||
toekomend | gelopen zullen hebben[5]/zijn[6] | gelopen te zullen hebben[7]/zijn[8] | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
lopend | gelopen | ev. loop | mv. verouderd loopt | lope | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | loop | loopt | loopt | loopt | loopt | lopen | lopen | lopen | |
verleden (o.v.t.) | liep | liep | liep | liept | liep | liepen | liepen | liepen | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal lopen | zult/zal lopen | zult/zal lopen | zult lopen | zal lopen | zullen lopen | zullen lopen | zullen lopen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou lopen | zou lopen | zou(dt) lopen | zoudt lopen | zou lopen | zouden lopen | zouden lopen | zouden lopen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb/ben gelopen | hebt/bent gelopen | hebt/heeft/bent/is gelopen | hebt/zijt gelopen | heeft/is gelopen | hebben/zijn gelopen | hebben/zijn gelopen | hebben/zijn gelopen | |
verleden (v.v.t.) | had gelopen | had gelopen | had gelopen | hadt gelopen | had gelopen | hadden gelopen | hadden gelopen | hadden gelopen | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gelopen hebben | zal/zult gelopen hebben | zult/zal gelopen hebben | zult gelopen hebben | zal gelopen hebben | zullen gelopen hebben | zullen gelopen hebben | zullen gelopen hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gelopen hebben | zou gelopen hebben | zou/zoudt gelopen hebben | zoudt gelopen hebben | zou gelopen hebben | zouden gelopen hebben | zouden gelopen hebben | zouden gelopen hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm gelopen worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt gelopen | er is gelopen | |||||||
verleden | er werd gelopen | er was gelopen | |||||||
toekomend | er zal gelopen worden | er zal gelopen zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou gelopen worden | er zou gelopen zijn |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.