lengte
Nederlands
Woordafbreking
- leng·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘langste afmeting’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
- Afgeleid van lang (+ umlaut) met het achtervoegsel -te. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lengte | lengten lengtes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
lengte v
- (natuurkunde), (wiskunde) de grootste afmeting van een voorwerp
- Die vrachtwagen heeft een enorme lengte.
- de tijdsduur van iets
- Wat is de lengte van deze film?
- (aardrijkskunde) op welke meridiaan een plaats ligt
- Op welke lengte ligt Amsterdam?
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- lengteas, lengtecirkel, lengtedal, lengtedraad, lengtegraad, lengtegroei, lengtemaat, lengtemeting, lengteprofiel, lengterichting
eenheden van lengte (afstand) in het Nederlands (nld) |
---|
yoctometer • zeptometer • attometer • femtometer • picometer • nanometer • micrometer • millimeter • centimeter • decimeter • meter • decameter • hectometer • kilometer • megameter • gigameter • terameter • petameter • exameter • zettameter • yottameter |
parsec • kiloparsec • megaparsec • gigaparsec astronomische eenheid (AE) • lichtjaar • lichtminuut • lichtseconde • lichtuur • mijl • zeemijl |
Vertalingen
1. afmeting van een voorwerp
2. tijdsduur
1. op welke meridiaan een plaats ligt
Gangbaarheid
- Het woord lengte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lengte' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.