lama
Nederlands
Woordafbreking
- la·ma
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘boeddhistische priester’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- [1] via Spaans llama van Quechua llama[2]
- [2] van Tibetaans བླ་མ་ (blama) "geestelijk leider"[3]
- [vragend voornaamwoord] Hebreeuws למה
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lama | lama's |
verkleinwoord | lamaatje | lamaatjes |
Zelfstandig naamwoord
lama m
- (zoogdieren) soort eeltpotig zoogdier Lama glama
dat van nature voorkomt in Zuid-Amerika - (religie) boeddhistische priester
- 1. soort eeltpotig zoogdier
- 2. boeddhistische priester
Hyperoniemen
- eeltpotigen
Afgeleide begrippen
- [1] circuslama
Vragend voornaamwoord
lama
- «Eli Eli lama azavtani?»
- Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? (Ps. 22:2)
- «Eli Eli lama azavtani?»
- «Eli Eli lama sabachtani?»
- Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? (Mat. 27:46)
- «Eli Eli lama sabachtani?»
Vertalingen
1. een Zuid-Amerikaans eeltpotig zoogdier
Gangbaarheid
- Het woord lama staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lama' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "lama" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- lama op website: Etymologiebank.nl
- lama op website: Etymologiebank.nl
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Indonesisch
Woordafbreking
- la·ma
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.