stapelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·pe·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stapelen
stapelde
gestapeld
zwak -d volledig

Werkwoord

stapelen

  1. overgankelijk boven op elkaar leggen
    • Het hout werd keurig gestapeld. 

Gangbaarheid

  • Het woord stapelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.