historický

Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /ɦɪstɔrɪtskiː/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord história met het achtervoegsel -ický

Bijvoeglijk naamwoord

historický

  1. (geschiedenis) historisch; met betrekking tot geschiedenis
Synoniemen
  • dejepisný
Afgeleide begrippen
  • historickosť v
  • historicky (bw.)
Verwante begrippen
  • historička v
  • historik m


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɦɪstɔrɪtskiː/
Woordafbreking
  • hi·s·to·ric·ký
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord historie met het achtervoegsel -ický

Bijvoeglijk naamwoord

historický

  1. (geschiedenis) historisch; met betrekking tot geschiedenis
  1. «Setkání premiérů Indie a Pákistánu je historickým okamžikem, který zvyšuje šanci na další zlepšení vzájemných vztahů obou zemí.»
    De ontmoeting van de premiers van India en Pakistan is een historisch moment, dat de kans verhoogt op een verbetering van de onderlinge verhoudingen tussen beide landen.
  2. historisch; een eerdere geschiedkundige periode toebehorend
  1. «Byla to historická budova, která svým vybavením neodpovídala moderním požadavkům.»
    Dat was een historisch gebouw dat met zijn inrichting niet aan de moderne eisen voldeed.
Verbuiging


Vervoeging
Synoniemen
  1. dějepisný
  2. starobylý
Antoniemen
  1. moderní
Afgeleide begrippen
  • ahistorický
  • antihistorický
  • filosofickohistorický
  • historicky (bw.)
  • kunsthistorický
  • literárněhistorický
  • nehistorický
  • politickohistorický
  • prehistorický
  • protihistorický
  • předhistorický
  • pseudohistorický
  • světohistorický
  • uměleckohistorický
  • vojenskohistorický
Verwante begrippen
  • historička v
  • historik mbezield

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.