goal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  goal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɡol/
Woordafbreking
  • goal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘doel(punt)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1903 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord goal goals
verkleinwoord goaltje goaltjes

Zelfstandig naamwoord

goal m

  1. (sport) doel
  2. (sport) doelpunt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord goal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /gɔːl/
Woordafbreking
  • goal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels

Zelfstandig naamwoord

goal monbezield

  1. (sport)(verouderd) doelpunt, goal
Verbuiging
Schrijfwijzen
Synoniemen

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.