banán

Hongaars

Zelfstandig naamwoord

banán

  1. (fruit) banaan
  1. «A banán Dél-Amerikából lett szállítva.»
    De bananen worden vanuit Zuid-Amerika geleverd.


Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /banaːn/
Woordafbreking
  • ba·nán
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Duitse Banane

Zelfstandig naamwoord

banán m

  1. (fruit) banaan
  1. «V debničkách s banánmi našli kokaín.»
    In kisten met bananen hebben zij cocaïne gevonden.
  2. (sport) (spreektaal) goal, doelpunt
Synoniemen
  1. -
  2. gól m
Hyperoniemen
  • ovocie o
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • banánovník m

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /banaːn/
Woordafbreking
  • ba·nán
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Duitse Banane

Zelfstandig naamwoord

banán m onbezield

  1. (fruit) banaan
  1. «Banán je světově známým ovocem.»
    De banaan is een wereldwijd bekend fruit.
  2. (sport) (spreektaal) goal, doelpunt
Verbuiging
Synoniemen
  1. -
  2. branka v, gól m onbezield
Hyperoniemen
  • ovoce o
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • banánková
  • banánová republika v
  • banánově (bw.)
  • banánovník m onbezield

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.