genootschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·noot·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord genootschap genootschappen
verkleinwoord genootschapje genootschapjes

Zelfstandig naamwoord

genootschap o [1]

  1. vereniging met een beperkt aantal leden en een uitgesproken doel zoals bijv. het bevorderen van wetenschap, kunst o.i.d.
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • afschaffergenootschap
  • Bijbelgenootschap
  • markgenootschap
  • matigheidsgenootschap
  • onderwijzersgenootschap
Afgeleide begrippen
  • genootschappelijk
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord genootschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.