academie
Nederlands
Woordafbreking
- aca·de·mie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘genootschap ter bevordering van wetenschap en kunst, hogeschool’ voor het eerst aangetroffen in 1575 [1]
- Van Grieks Akadèmeia, de naam van de filosofenschool van Plato die door hem was gesticht op het gelijknamige terrein, dat naar de Griekse held Akadèmos genoemd was.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | academie | academiën academies |
verkleinwoord | academietje | academietjes |
Zelfstandig naamwoord
academie v
- geleerd genootschap
- De Koninklijke Nederlandse Academie voor de Wetenschappen is de belangrijkste wetenschappelijke academie van Nederland.
- (onderwijs) een universiteit of hogeschool 'ter beoefening van wetenschappen, letteren of kunst'
- De socialeacademie en de kunstacademie zijn scholen voor respectievelijk het maatschappelijk werk en de beeldende kunsten
- (onderwijs) pedagogische academie: opleiding voor onderwijzer of onderwijzeres voor het basisonderwijs.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- academica, academicus, academiegebouw, academiehoogleraar, academiejaar, academisch, academisme, interacademiaal, postacademiaal
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord academie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'academie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.