ferryboot
Nederlands
Woordafbreking
- fer·ry·boot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ferry en boot [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ferryboot | ferryboten |
verkleinwoord | ferrybootje | ferrybootjes |
Zelfstandig naamwoord
ferryboot v/m
- (scheepvaart), (techniek) een speciaal gebouwd en uitgerust schip om in een veerdienst ingelegd te worden
Verwante begrippen
- motorboot, boorschip, bulkschip, containerschip, luchtkussenvaartuig, sleepboot, ijsbreker, treiler, woonschip, motorjacht, tanker, vleugelboot, cruiseschip, gastanker, koelschip
Vertalingen
1. een speciaal gebouwd en uitgerust schip om in een veerdienst ingelegd te worden.
Gangbaarheid
- Het woord ferryboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ferryboot' herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.