treiler
Nederlands
Woordafbreking
- trei·ler
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | treiler | treilers |
verkleinwoord | treilertje | treilertjes |
Zelfstandig naamwoord
treiler m
- (scheepvaart) een krachtige vissersboot die met een trechtervormig net vist
Verwante begrippen
- motorboot, boorschip, bulkschip, containerschip, luchtkussenvaartuig, sleepboot, ijsbreker, tanker, woonschip, motorjacht, ferryboot, vleugelboot, cruiseschip
Vertalingen
1. een krachtige vissersboot die met een trechtervormig net vist
Gangbaarheid
- Het woord treiler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'treiler' herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
25 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.