fantasie
Nederlands
Woordafbreking
- fan·ta·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verbeeldingskracht’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fantasie | fantasieën |
verkleinwoord | fantasietje | fantasietjes |
Zelfstandig naamwoord
fantasie v
- vermogen om nieuwe gedachten te kunnen vormen, mogelijk niet altijd op waarheid berust
- Die jongen had een geweldige fantasie.
Verwante begrippen
- imaginatie, verbeeldingskracht
- fantastisch
Hyponiemen
- cacaofantasie
Afgeleide begrippen
- fantasieartikel, fantasiedier, fantasieloos, fantasienaam, fantasiepapier, fantasieportret, fantasierijk, fantasietaal, fantasievol, fantasiewereld
Vertalingen
1. vermogen om nieuwe gedachten te kunnen vormen, mogelijk niet altijd op waarheid berust
Gangbaarheid
- Het woord fantasie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fantasie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /fantazɪjɛ/
Woordafbreking
- fan·ta·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Latijnse phantasia
Zelfstandig naamwoord
fantasie v
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | fantasie | fantasie |
genitief | fantasie | fantasií |
datief | fantasii | fantasiím |
accusatief | fantasii | fantasie |
vocatief | fantasie | fantasie |
locatief | fantasii | fantasiích |
instrumentalis | fantasií | fantasiemi |
Synoniemen
- obraznost v, představivost v
- smyšlenka v, výmysl m onbezield
- -
Afgeleide begrippen
- fantazijní
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.