dávný

Slowaaks

Bijvoeglijk naamwoord

dávný

  1. oud, antiek, (lang) vergaan, (lang) vervlogen; wat bestaan of ontstaan is in het verre verleden


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /daːvniː/
Woordafbreking
  • dáv·ný
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische woord *davьnъ

Bijvoeglijk naamwoord

dávný

  1. oud, antiek, (lang) vergaan, (lang) vervlogen; wat bestaan of ontstaan is in het verre verleden
  1. «Dávní zemědělci získávali novou půdu vypalováním lesů.»
    Boeren in de oudheid verkregen nieuwe akkers door het platbranden van bossen.
Verbuiging


Vervoeging
Synoniemen
  • někdejší
  • starobylý
  • starodávný
  • starý
Antoniemen
  • nedávný
  • nový
Afgeleide begrippen
  • dávno (bw.)
  • dávnost v
  • dávnověký
  • nedávný
  • pradávný
  • předávný
  • starodávný
Typische woordcombinaties
  • dávný přítel mbezield - jarenlange vriend

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.