duwen
Nederlands
Woordafbreking
- du·wen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘door drukking voortbewegen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
duwen |
duwde |
geduwd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
duwen
- overgankelijk door druk uit te oefenen doen voortbewegen
- Zij duwen de auto aan de kant.
- ditransitief iemand iets opleggen of opdringen
- Hij kreeg een prop in zijn mond geduwd.
Hyponiemen
Vertalingen
1. door druk uit te oefenen doen voortbewegen
|
Gangbaarheid
- Het woord duwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'duwen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.