stoot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stoot    (hulp, bestand)
  • IPA: /stot/
Woordafbreking
  • stoot
enkelvoud meervoud
naamwoord stoot stoten
verkleinwoord stootje stootjes

Zelfstandig naamwoord

stoot m

  1. een kracht van korte duur die tegen iets of iemand aan wordt uitgeoefend
    • Hij gaf hem een flinke stoot. 
  1. (Zuid-Nederlands) een ongelooflijke en vaak toevallige gebeurtenis
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
stoten

stoot

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van stoten
  2. gebiedende wijs van stoten

Gangbaarheid

  • Het woord stoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.