causa

Frans

Werkwoord

vervoeging van
causer

causa

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van causer


Latijn

Zelfstandig naamwoord

causa v

  1. oorzaak
  2. aanleiding
  3. kwestie
  4. zaak, rechtszaak, proces
Uitdrukkingen en gezegden
  • causā non cognitā / incognitā / indictā
    • zonder vorm van proces
Verbuiging


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • cau·sa
enkelvoud meervoud
causa causas

Zelfstandig naamwoord

causa v

  1. reden, aanleiding
  2. zaak
  3. geding

Verwijzingen

    Werkwoord

    vervoeging van
    causar

    causa

    1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van causar
    1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van causar
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.